1068
11 OKTOBER 1972
van oordeel is dat in nieuwe onderhandelingen meer mogelijkheden voor
de gemeente liggen, zouden wij kunnen besluiten u te verzoeken die
onderhandelingen te heropenen. Het is van belang te weten hoe het
college over deze mogelijkheden denkt.
Onze bezwaren, opgenomen in de zes vermelde punten, handhaven
wij onverkort. Door de debatten van vanavond en door de nadere infor
matie die in het stuk is opgenomen, worden wij nog in de mening ver
sterkt dat er andere mogelijkheden zijn, bijv. op het gebied van de
cultuur waarop de heer Von Schmid heeft gewezen. Die mogelijkheden
zijn niet onderzocht. Er is alleen naar déze uitslag toegewerkt en op
grond daarvan zullen vier leden van mijn fractie niet akkoord gaan
met dit voorstel.
De heer VAN OS: Ik geloof dat de tijd rijp is om conclusies te trek
ken en enkele korte opmerkingen te maken. In het boekje heb ik al ge
noteerd dat het college twee onvoldoendes heeft gekregen, één van de
heer Van Loon voor het huiswerk en één van de heer Sandberg voor het
gedrag. Het vervelende is alleen dat de heer Sandberg nooit conclusies
verbindt aan zijn "dikke" verhalen, maar wat dat betreft is hij misschien
in de voetsporen van zijn voorganger getreden. Van de V. V.D. mag men
niet veel verwachten, maar duidelijkheid toch wèl.
De heer VAN LOON: Minstens een voldoende voor gedrag.'
De heer VAN OS: Tot mijn verbazing heb ik vanavond het argument
van de werkgelegenheid horen bezigen, zowel door de heer Sandberg als
door de heer Van Loon. Ik meen dat dat argument misplaatst is, omdat
de partijen waarvan deze beide heren deel uitmaken op Westbrabants
niveau denken; het is wat eng-Bredaas om te proberen de werkgelegen
heid binnen Breda te krijgen, zonder dat er overleg met anderen is ge
voerd.
Er is gevraagd of de tuinman in dienst kan komen van het waterschap.
De kans is groot dat dat niet zal gebeuren. Er is alle kans dat de kasteel
tuin wordt omgebouwd in een waterloopkundig laboratorium en daarvoor
is geen tuinman nodig.
De heer SANDBERG: Waaraan ontleent u die onzin?
De heer VAN OS: Er is vanavond gezegd dat het niet zeker is dat
de tuinman in dienst van het waterschap zal kunnen komen.
De heer SANDBERG: En betekent dat dat er een waterbouwkundig
laboratorium van gemaakt zal worden?
De heer VAN OS: Een waterlóópkundig laboratorium.'
Van u, mijnheer de voorzitter, heb ik voorts begrepen dat het vertrou
wen in de Pius X-stichting misplaatst is geweest ten aanzien van de infor
matie met betrekking tot de ontruiming van de gezinszorg. Wij hadden
na zoveel jaren beter moeten weten.
Vervolgens heb ik geconstateerd dat het probleem van de gezins
zorg-school niet is opgelost. Het staat beslist niet vast dat een eventu
ele oplossing van dit probleem de gemeente in de toekomst geen geld
zal kosten. Het is verstandig om daarmee alvast rekening te houden.
Wat betreft het aantal oplossingen dat dit college weet op te bren
gen, heb ik in eerste instantie gezegd dat het er altijd maar één is, die