1073 11 OKTOBER 1972 geantwoord zou hebben op de concrete vragen en opmerkingen. Met dat verwijt heb ik wat moeite. Ik heb ooit wel eens iemand horen be weren dat déze wethouder zijn antwoord altijd begint met het herhalen van de door de spiekers gestelde vragen, waarover dan wat saus gegoten wordt. Hij zou zich sterk kunnen beperken, was het oordeel, als hij niét alle opmerkingen waarmee hij het zelf eens is zou herhalen. Ik ben het niet alleen met de heer Van Loon eens, In het vorige debat over dit onderwerp heb ik, naar ik mij stellig herinner, gezegd dat ik het jammer vond dat ik de opmerkingen van de heer Spanjer niet zélf gemaakt had,' U ziet dat ik het zo toch aardig over de raad ver deel.' De heer Spanjer had in dat debat de kernpunten van de gehele kwestie bekwaam samengevat. Ik meende dat ik mij thans een keer mocht aansluiten bij het betoog van de heer Van Loon, Ik was in eerste instantie a] vrij lang aan het woord geweest en ik was van mening dat ik mijn spreektijd sterk kon beperken door mij akkoord te verklaren met zijn opmerkingen. Op de kleine discussie die is gevoerd tussen de heren Crul en Van Loon wil ik thans niet ingaan. Er komen wat dat betreft nog andere gelegenheden die daartoe meer geschikt zijn. De heer Crul is in tweede instantie teruggekomen op de verkeerswaarde van de grond. De verkeerswaarde hangt uiteraard samen met het bestemmings plan, hetgeen de speculatiemogelijkheden en het gebruik van het geheel sterk beperkt, Hoe dat bestemmingsplan in de loop van vele jaren even tueel nog gewijzigd zou kunnen worden, kan ik niet beoordelen, In ieder geval zijn die eventuele wijzigingen onderworpen aan het oordeel van deze raad. De speculatiemogelijkheden zouden ongetwijfeld veel groter zijn als daar een bungalowwijk gecreëerd zou worden, maar zoiets is naar mijn oordeel zeker niet te verwachten. In eerste aanleg hebben wij dit voorstel voorgelegd aan de afdelin gen Openbare Werken en Financiën. De afdeling Juridische Zaken is daar op eigen verzoek bij gekomen en dat kan de oorzaak zijn van de ontstane commucicatiestoornis. Er is wat dat betreft een vergissing gemaakt, omdat wij uit zijn gegaan van het destijds genomen besluit dat dit voorstel zou worden voorgelegd aan. de afdelingen Openbare Werken en Financiën, De schriftelijke bevestiging ten aanzien van de gezinszorg-school is niét binnen. De heer Crul heeft opgemerkt dat wij moeten waken voor een voorbarige besluitvorming. De heer Van Banning is daarop terugge komen en hij heeft verzocht op de hoogte gesteld te worden van het ant woord van de minister en van de verdere ontwikkelingen op dat terrein. Het antwoord van de minister zal zeker aan de raad worden voorgelegd. Wat de uitwerking van de overeenkomsten betreft zal het bestuur van de gezins- zorgschool natuurlijk akkoord moeten gaan met de ontruimingstermijn. In het overleg, dat ik mij voorstel op zeer korte termijn te beginnen, zullen wij elkaar moeten zien te vinden. Persoonlijk ben ik blij met de instem ming die men telefonisch heeft betuigd, maar ik geef toe dat dit schriftelijk vastgelegd zal moeten worden. Een eenzijdige benadering van de problema tiek, of die nu komt van het bestuur van de gezinszorg-school, van het mi nisterie, of van de gemeente, is vanzelfsprekend ongewenst, zeker gezien de situatie waarin deze opleiding op dit moment verkeert. Daarom ver heugt het mij dat die problematiek door de drie partijen samen zal wor den bekeken. Gezien de regels van behoorlijk bestuur, mag men mijns inziens vertrouwen stellen in de uitkomst van dat overleg. Als deze voorstellen worden aangenomen, zal de gemeente erop toezien dat de huisvesting tijdig en op een redelijke wijze wordt geregeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1073