104
17 FEBRUARI 1972
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
7. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN AANVULLEND KREDIET VOOR DE
VERPLAATSING VAN HET NOODVOORZIENING/GEMEENSCHAPS
HUIS IN DE WIJK "DOORNBOS" NAAR DE WIJK "IJPELAAR".
De heer VAN OS: Ik heb wat vreemd opgekeken dat hier een
drietal brandblusapparaten in voorkomt. Het gebouw is al geruime
tijd geleden overgedragen aan de stichting die het gaat beheren en
er was geen enkel brand'blusapparaat aanwezig. De stichting heeft in
middels zelf op advies van de brandweer in één brandblusapparaat voor
zien. Ik weet niet of er nu nog drie andere komen, maar daar was in
ieder geval niets van bekend.
Wethouder MANS: Het merkwaardige feit doet zich voor dat de
heer Van Os beter is geïnformeerd dan ik. De heer Van Os is namelijk
voorzitter van de stichting. Ik neem aan dat die drie brandblusappara
ten er nog komen als zij er niet zijn.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
8. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VER
LENEN VAN ONTSLAG OP ZIJN VERZOEK AAN EEN ONBEZOLDIGD
AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND PER 1 APRIL 1972.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
9. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET AD 88. 000, -- VOOR
DE VERBOUWING VAN HET PAND HOUTMARKT 11 TEN BEHOEVE
VAN DE HUISVESTING VAN ENKELE AFDELINGEN VAN DE GEMEEN
TELIJKE SOCIALE DIENST.
De heer VAN BANNING: Ik zou graag willen weten wat er alle
maal voor projecten zitten in het bedrag van ƒ11 miljoen waarvan spra
ke is in het voorstel. Gelet op de omvang van het bedrag dat ten laste
van die 11 miljoen komt, namelijk 88. 000, --, zal ik er echter
niet om vragen. Toch meen ik dat het niet misplaatst is als ik bij dit
voorstel nog even nader inga op deze zaak.
Het niet gerealiseerde volume over 1970 en 1971 beloopt volgens
de beschikbaar gehouden reserve ƒ11 miljoen, zoals wij ook hebben
kunnen lezen in het investeringsplan 1972-1976, waarin het volume
voor 1972, namelijk die 11 miljoen, is gereserveerd. In het investe
ringsplan 1972 is voorzover mij bekend geen nadere specificatie opge
nomen van de reeds aangevangen en nog niet gerealiseerde projecten.
Gelet op de relatief geringe omvang van het nu beschikbaar te stellen
krediet heb ik zoals reeds gezegd geen bezwaar tegen dit voorstel. Wel
verzoek ik het college op korte termijn een overzicht te geven van de
reeds aangevangen projecten en van de projecten waarmee nog moet
worden begonnen en daarbij cijfermatig aan te geven de omvang van
het project. Daarbij zou ik het ook op prijs stellen van het college te