1089 12 OKTOBER 1972 heeft meegewerkt aan het uitkienen van een methode om stadssanering op grond van de ruilverkavelingswet tot stand te brengen. Wij wensen diegenen die dit karwei moeten aanpakken dan ook graag veel succes toe. Ik wil hierbij wel opmerken dat er toch nog heel veel op vrijwillige basis moet gebeuren. Wij weten dat het in landelijk gebied al moei lijk is om op vrijwillige basis ruilingen tot stand te brengen: des te moeilijker zal het zijn nu het om een binnenstad gaat. Wij spreken dan ook de hoop uit dat het mogelijk zal blijken dit grote probleem op deze manier aan te pakken. Inspraak wordt op deze wijze maximaal gewaarborgd. Tenslotte verzoeken wij het college de raadsleden wat meer informatie over deze werkmethode te verstrekken, hetzij schriftelijk, dan wel tij dens een informele raadsvergadering» De heer VAN MERKOM: In de afdeling openbare werken heb ik er bezwaren tegen geuit dat in het voorstel niet duidelijk omschreven is wat voor de door de gemeente te betalen 5.000, -- verkregen wordt. Er is toegezegd dat de. leden van de raadsafdeling een discussienota zou den krijgen» Wij hebben deze nota inmiddels ontvangen en ik kan u zeggen dat de nota zeer verhelderend heeft gewerkt. Een tweede op merking betreft de zinsnede in het besluit: "de opdracht zal nader wor den gepreciseerd door burgemeester en wethouders". Is het mogelijk dat die nadere omschrijving voor de afdeling openbare werken ter visie wordt gelegd, opdat men zal kunnen zien binnen welk kader een en ander zich gaat afspelen. Verder wil ik graag vernemen of de St. A.R. zal worden ingeschakeld bij de uitwerking of inventarisatie van de problematiek. Kan het college mij vervolgens vertellen waarom de afdeling ruimte lijke ordening in deze kwestie niet gehoord is? In het stuk wordt over deze afdeling nl. niets vermeld, dus ik neem aan dat de leden van deze afdeling niet bij de zaak betrokken zijn. Op bladzijde 1 van het voorstel tenslotte staat dat van een deel van de belanghebbende neringdoenden in dit gebied voldoende medewerking mag worden verwacht om de voorgestelde werkwijze een kans van sla gen te geven. Mag ik van het college vernemen of de neringdoenden reeds benaderd zijn7 De heer KROON: Ik zou simpelweg kunnen volstaan met mij bij de woorden van de heer Geene aan te sluiten. In de afdeling heb ik reeds mijn genoegen uitgesproken over deze nieuwe methode van her verkaveling van de binnenstad» Ruilverkaveling is one allen welbekend, maar herverkaveling van een binnenstad op deze wijze is een volkomen nieuw gegeven. Als leden van de afdeling hebben kennis kunnen nemen van de discussienota "kernreconstructie". In de afdeling heb ik reeds gezegd dat deze nota mij bijzonder heeft aangesproken. Inmiddels heb ben de leden van de afdeling de discussienota thuisgekregen» De heer Geene heeft zojuist gevraagd of het college b.v. in een informele raads vergadering nog wat meer informatie zou kunnen verstrekken. Mijns in ziens zouden alle leden van de raad, indien zij de discussienota thuis zouden krijgen, bijzonder goed zijn voorgelicht. Zoals ik al zei heeft de nota mij bijzonder aangesproken; in de afdeling heb ik mij dan ook con amore achter het voorstel geschaard en ik wil mij ook vanavond graag met het voorstel accoord verklaren. Prof. G» de Haan heeft zich o» a. in "Bouw" zeer welwillend over deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1089