9
20 JANUARI 1972
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d. d. 18 oktober 1971).
De heer VAN BANNING: ik wil even agendapunt 17, dat donder
dag is behandeld, in herinnering roepen. Het gaat om het achter
stallig onderhoud van de Gerardus Majellastichting. De ruimte voor
het gesignaleerde tekort van 41. 400, is gevonden door een verdere
verlaging van de post e2050-032, de post waaronder kasteel Bouvigne
valt. In het jaar 1971 heeft naar mijn weten geen onderhoud aan het
kasteel Bouvigne plaatsgevonden. Vreest het college, na de alarmerende
berichten over de onderhoudstoestand van enkele jaren geleden, niet
een zodanige verslechterende toestand dat verbetering in een later
stadium niet anders dan met besteding van zeer grote sommen kan
geschieden? Als het college deze mening is toegedaan, wil het dan
duidelijk maken hoe het zich voorstelt dat in het in de komende jaren
zeer noodzakelijke onderhoud zal worden voorzien?
ANTWOORD.
In 1971 is slechts enig urgent klein onderhoud aan het kasteel Bou
vigne verricht; tot nu toe voor niet meer dan 750,--.
Door ons is bepaald, dat in afwachting van de toekomstige bestem
ming van het kasteel het onderhoud zoveel mogelijk beperkt moet
worden. Deze beslissing moet tevens gezien worden tegen de achter
grond van de komende restauratie van het kasteel, waarin een totale
opknapbeurt van het gebouwencomplex -- kasteel en poortgebouw --
is opgenomen. Voor het poortgebouw is medio 1971 een subsidie
aanvraag bij het rijk ingediend, die vermoedelijk in 1972 gehono
reerd zal worden.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d. d. 18 november 1971).
De heer VAN OS merkt op: het experiment met de mensa in Breda
is hoofdzakelijk mislukt door de excentrische ligging van het sport
centrum. Is het college bereid het experiment te hervatten in het
restaurant van het Turfschip?
ANTWOORD.
Het Bredase mensa-experiment is onzes inziens niet uitsluitend of
hoofdzakelijk mislukt door de excentrische ligging van het sport
centrum. Van ons college is vooralsnog geen initiatief te verwachten
tot hervatting van een mensa-experiment.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 18 oktober 1971).
De heer DEES merkt op: in De Stem van zaterdag stond een
commentaar op de regeling waardoor raadsleden tijdens de raads
vergadering koffie kunnen drinken in de receptiezaal. In dat com
mentaar wordt verondersteld dat het publiek nu niet meer in die
zaal naar de debatten kan luisteren.
Ik meen dat die veronderstelling juist is, want ik heb geconstateerd
dat de toegangsdeur voor het publiek was afgesloten. Wanneer dat
het geval is wil ik U verzoeken hier verandering in te brengen, met
name met het oog op de begrotingsbehandeling. Een vreedzame co-
existentie tussen publiek en koffie drinkende raadsleden moet mogelijk
zijn.