12 OKTOBER 1972
1090
zaak uitgelaten. Een van de meest naar voren springende punten in
dit artikel heeft betrekking op de enorme tijdwinst die bij aanwending
van deze methode van herverkaveling zou kunnen ontstaan; allerlei
activiteiten als aankoop en onteigening kunnen nl, achterwege blijven.
Wij hebben als leden van de afdeling openbare werken zeer veel met deze
activiteiten te maken en niet alleen deze leden, maar de gehele raad zal
het daarom aanspreken dat het aankopen, bouwrijp maken, verkopen en
onteigenen nu achterwege zal kunnen blijven.
Ik ga gaarne met het voorstel akkoord en hoop dat dit proefobject veel
succes zal opleveren.
De heer SPANJER: Er is voor mij als vierde spreker niet zoveel nieuws
meer op te merken. Ik heb begrepen dat het door het ontbreken van een
wet op de stedelijke herverkaveling nodig is eerst een opzet te maken
die de benodigde gegevens kan opleveren voor het tot stand komen van
een dergelijke wet. Ik heb nog maar oppervlakkig kennis kunnen nemen
van de inhoud van de discussienota. Toch ben ik al bijzonder enthousiast.
Ik ben echter niet blind voor de moeilijkheden die zich bij een stedelij
ke herverkaveling zullen kunnen voordoen als een en ander op geheel
vrijwillige basis zal moeten worden uitgevoerd en in de wet, die hope
lijk tot stand zal komen, geen dwangmaatregelen zouden zijn opgeno
men, Mijns inziens zullen die dwangmaatregelen in die nieuwe wet
toch wel moeten worden genoemd. Financieel gezien ligt dit voorstel
voor ons natuurlijk vrij simpel. Er zitten slechts geringe kosten voor
de gemeente aan vast. Ik geloof dat het ook tamelijk logisch is dat
het rijk de kosten aan de Heidemij, vergoedt. Het gaat hier om een
primeur voor Nederland en het zal voor vele steden in Nederland van
belang zijn als deze nieuw ingeslagen weg tot succes leidt.
Wethouder VAN DUN: Als vijfde spreker heeft men dan eigenlijk hele
maal niets meer te zeggen en vooral niet als de vier vorige sprekers zich
duidelijk enthousiast over het voorstel hebben uitgesproken. Misschien
mag ik toch een paar kleine kanttekeningen maken. Inderdaad zal het
systeem van de landelijke herverkaveling in Breda voor het eerst op de
ze schaal in het stedelijk milieu worden toegepast en ik geloof dat Bre
da blij mag zijn met dit experiment.
De heer Spanjer heeft gesproken over de geringe kosten die voor de ge
meente Breda aan dit experiment verbonden zullen zijn. Die kosten
zijn op dit moment zeker aan de lage kant. Wij menen op grond van
de bereidverklaring van de staatssecretaris te mogen verwachten dat
de kostenvergoeding aan de Heidemij, voor de voorbereiding van het
plan wel zal worden gegeven. Zodra het plan en de opdracht echter
meer vorm gaan krijgen zullen aan de gemeente wel degelijk kosten
in rekening worden gebracht. De raad zal hierover echter via een kre
dietaanvrage tijdig worden geïnformeerd.
De heer Geene heeft gesproken over informatie en de heer Van Merkom
over inspraak. Het is plezierig te horen dat de discussienota "kernrecon
structie", die aan de leden van de afdeling openbare werken is toege
stuurd, zo verhelderend heeft gewerkt. Misschien is de problematiek
inderdaad interessant voor een groter gedeelte van de raad en heeft
het zin de discussienota aan meerdere raadsleden toe te sturen, Ik ga
hiermede in op de suggestie die de heer Geene heeft gedaan met be
trekking tot een informele raadsvergadering. Ik geloof dat deze sugges
tie in het college zal dienen te worden besproken en dat de heer Geene
op dit moment hierop geen reactie mag verwachten. Het punt van de