1093 12 OKTOBER 1972 dienen te worden. Tevens is gebleken dat de bewoners van deze woningen het beslist oneens zijn met het uitgangspunt dat de woningen voor een periode van slechts vijf jaar moesten worden hersteld of verbeterd. Zij zijn nl„ van mening dat de woningen zeker niet zo slecht zijn als wordt voorgesteld en zijn er ook stellig van overtuigd dat de woningen nog een langere periode mee zouden kunnen gaan. Een ander punt is dat de bewoners van deze wijk nogal wijkgebonden zijn en dat is ook begrijpelijk. Zij vragen zich af wat er gaat gebeuren als de woningen na vijf jaar zullen moeten worden afgebroken. Zij heb ben dan ook heel duidelijk te kennen gegeven het op prijs te zullen stel - len als in de periode vóór het afbreken van de woningen plannen voor nieuwbouw op dezelfde plaats ontwikkeld worden. Men vraagt de ge meente dan ook hieraan nu reeds aandacht te schenken, opdat op het moment dat de woningen worden afgebroken met het bouwen van nieu we woningen tegen een voor deze mensen acceptabele huur kan worden begonnen, Dat zal uiteraard geen eenvoudige zaak zijn, maar ik wil deze kwestie toch graag naar voren brengen. Het zal mijns inziens ver der ook nodig zijn om de eventuele omzetting van oude in nieuwe hui zen behoorlijk te begeleiden; de bewoners en hun vertegenwoordigende organisaties zullen daarbij zeker in het overleg moeten worden betrokken. De heer VAN MERKOM: Ik ben tijdens de behandeling van dit onder werp in de afdelingsvergadering helaas niet aanwezig geweest. Ik wil daar om nu toch de vrijheid nemen over deze kwestie een vraag te stellen. De opknapkosten voor de woningen zijn nu van 9. 000,--tot 11. 000,-- per woning opgelopen. Hoe denken het college van gedeputeerde staten in Den Bosch en het ministerie in Den Haag hierover? Zij hebben de be perkte onderhoudstermijn op een bepaald moment toch zeer straf bepaald? Er komen, wanneer men aan een dergelijk project begint, inderdaad al tijd verborgen gebreken tevoorschijn en het blijkt vaak dat leidingen e. d. opgeknapt moeten worden. Dat werkt kostenverhogend. Verder is er nog een punt dat in het begin van dit jaar nog niet naar vo ren is gekomen, nl. de kwestie van het regenwater. De regen die geval len is heeft de kostenverhoging kennelijk mede bewerkstelligd. In het eerste kwartaal van dit jaar is in de raad uitvoerig over het bodemvocht gesproken en op een later tijdstip heeft de afdeling openbare werken het probleem van het bodemvocht en de vochtige muren eveneens uit voerig behandeld, waarbij een aantal artikelen en onderzoeken van T.N.O. en andere instanties aan de orde zijn geweest. Een goedkope methode om het vocht te keren bleek op dat moment niet voorhanden te zijn. Ik wil hiermede naar voren brengen dat datgene waarover wij indertijd hoopvol gestemd waren met weinig kosten moeilijk te realise ren valt. De heer VAN OS: Ik. refereer even aan de vergadering waarover de heer Van Duijl zojuist sprak. Op die vergadering is duidelijk geworden dat de bewoners van die buurt, speciaal de bewoners van de Lange Gam- pelstraat, in augustus j.l» erg veel wateroverlast hebben gehad. Er is toen toegezegd dat er contact met een verzekeringsmaatschappij zou worden opgenomen. Mijns inziens zou het juist zijn als de gemeente de kosten voor de bewoners tengevolge van de wateroverlast volledig voor haar rekening zou nemen. Ik wil hierover graag de mening van de wethouder horen. Verder hebben de bewoners geklaagd dat de opknapbeurt slecht is uit gevoerd. De wethouder heeft daarop verklaard dat er een inventarisatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1093