17 FEBRUARI 1972
106
10. PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP EEN VER
ZOEK VAN HET BESTUUR VAN DE STICHTING KATHOLIEK BUI
TENGEWOON ONDERWIJS VOOR LICHAMELIJK GEBREKKIGE KIN
DEREN OM MEDEWERKING OP GROND VAN HET BEPAALDE IN
ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
11. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET GROOT 20. 000, --
TEN BEHOEVE VAN HET DOEN UITVOEREN VAN VERBOUWINGEN
EN ANDERE VOORZIENINGEN AAN HET OPENBAAR BADHUIS AAN
DE FELLENOORDSTRAAT.
De heer VAN BANNING: Ik heb geen enkel bezwaar tegen dit voor
stel. Het college is zo vriendelijk geweest er enkele uitvoerige tekenin
gen aan toe te voegen en die heb ik eens bekeken. Nu ben ik een leek
op dat gebied, maar ik meen uit die tekening te mogen opmaken dat
het, als er een deel wordt afgesloten, een geheel zou kunnen vormen.
Ik vraag mij af of, mede gelet op de recente uitlatingen en de bereid
heid van het college al het mogelijke te doen aan de oplossing van
de woningnood, de mogelijkheid zou bestaan - ik kan de consequenties
daarvan niet overzien - dat gedeelte een dergelijke bestemming te ge
ven dat daarmee mensen geholpen kunnen worden die een tijdelijk on
derkomen nodig hebben. Ik heb namelijk begrepen dat dit gedeelte ze
ker nog anderhalf a twee jaar buiten gebruik zal zijn. Gaarne verneem
ik hierover de mening van het college, eventueel op korte termijn als
dat nu niet mogelijk is, wat ik mij kan voorstellen.
Wethouder VAN DUN: De heer Van Banning vraagt concreet of
de te sluiten dames- en kinderafdeling geschikt zou kunnen worden
gemaakt als ruimte voor tijdelijke bewoning. Ik meen dat die moge
lijkheid inderdaad is bekeken, maar de laatste informatie van de di
recteur van de dienst van openbare werken is dat daarvoor naar zijn
mening teveel kosten zouden moeten worden gemaakt, zelfs om het
geschikt te maken voor primitieve woningen, mede gezien de korte
tijd die het als zodanig zou kunnen worden gebruikt.
De heer VAN BANNING: Ik heb de indruk dat dit een voorlopige
indruk was van de directeur van openbare werken en dat het nog nader
zal worden uitgezocht. Als dat zo is zou ik het graag alsnog horen.
Wethouder VAN DUN: Dat kan.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
12. PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP DIVERSE
VERZOEKEN VAN SCHOOLBESTUREN OM MEDEWERKING OP
GROND VAN HET BEPAALDE IN ARTIKEL 50 VAN DE KLEUTER
ONDERWIJSWET.
13. PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP EEN VER
ZOEK VAN HET BESTUUR VAN DE STICHTING VOOR R. K. ONDER-