1101 12 OKTOBER 1972 kunnen woiden door de desbetreffende adviezen ter inzage van de wijk- bevolking te leggen. Wethouder VAN DUN.* Ik heb de heer Severens kennelijk verkeerd begrepen en ik bied hem hiervoor mijn excuses aan. Aan zijn wens is op voorhand al voldaan.* de wijkbewoners kunnen kennisnemen van de adviezen. Wij hebben gezegd dat alle financieel-administratieve stuk ken die betrekking hebben op de problematiek rondom deze wijk voor iedereen ter inzage liggen. Dat betekent dat alle rekeningen van de aannemer ter zake van de opknapbeurt van de 53 woningen, de adviezen van openbare werken en. ook de adviezen van Den Haag en Den Bosch voor het wijkcomité ter inzage liggen. De heer America tenslotte heeft een aantal constateringen gedaan. Zijn constatering dat de woningen al gesloopt hadden moeten zijn is juist. In deze moeilijke situatie klinkt het wat navrant als men stelt dat men uit economisch oogpunt reeds tot sloop had moeten overgaan, maar de fei ten liggen er nu eenmaal. Ik ben met de heer America van mening dat deze wijk., als er geen tekort aan woningen zou bestaan en als de maat schappij misschien iets anders gestructureerd zou zijn, wellicht al lang gesloopt zou zijn. De mensen zouden dan misschien elders wonen of in diezelfde wijk, maar wij hebben nu eenmaal met een andere situatie te maken. Wij hebben een tekort aan woningen en mijns inziens moeten wij ons deze uitgaven getroosten omdat er geen andere oplossing voor het probleem is. De heer America heeft ook gezegd de zaak niet alleen technisch, maar ook sociaal te willen bekijken. Hij heeft daarbij in overweging gegeven de woningen in eigendom (met erfpacht) aan de bewoners over te dragen, waarbij op de bewoners een beroep zou moeten worden gedaan om met het geld van de gemeente wat meer te doen dan waartoe wij in staat zijn. Ik meen dat dit punt ook door de heer Froger met name ten aanzien van de renovatie naar voren is gebracht. Wij hebben er een aantal keren in de afdeling over gesproken en het college is er zelf ook over bezig. Wij hebben juist een raadsbesluit over een experiment als de stedelijke her verkaveling achter de rug en ik wil niet meteen een parallel trekken met de situatie in de Gerardus Majellawijk, maar ei is toch sprake van een vergelijkbare situatie. Men moet gaan praten en men moet op el kaar afgestemd raken. Men zal zich kunnen voorstellen dat het opknap pen van huizen waarvan het karkas versleten is niet een zaak is alleen voor de bewoners. Hef totale wijkgebeuren zal hierbij in ogenschouw moeten worden genomen. Dat vergt enorm veel overleg, tijd en inspanning. Wij vin den het dan ook erg moeilijk te zeggen dat de woningen nu maar overgedragen moeten worden en dat iedereen maar voor zijn eigen zaak moet zorgen. Het is altijd mogelijk dat er één bij is die dat niet doet en dan ontstaat meteen de wrijving, Wij geloven dan ook dat het overdragen van de woningen een onmogelijke zaak is. Wat moet er wel met de wijk gebeuren? De heer Van Duijl heeft specia le aandacht voor de wijkgebondenheid gevraagd. Er zal gepraat moeten worden met het representatieve wijkcomité, hetgeen mijns inziens de garantie biedc dat de zaak niet alleen technisch bekeken wordt, maar dat ook de sociale kant aan de orde komt. Samen met het wijkcomité zal gezocht dienen te worden naar een oplossing die in het belang van iedereen is. Naar mijn mening is het in deze situatie binnen het finan cieel budget ook niet mogelijk om dezelfde procedure als die ten aan zien van het Westeinde en de Vestkant te volgen. In de Vestkant en het Westeinde zijn wij op het ogenblik huizen aan het opknappen S 30. 000, -- per woning. Dat kunnen wij allee,n maar doen omdat het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1101