1103 12 OKTOBER 1972 Wethouder VAN DUN: Van woningen die omhoog moeten tot schuur tjes die omlaag gaan is een wat vreemde sprong m de discussie. Ik ben het echter met de heer Van Os eens dat het ook een merkwaardig voor stel is. Ik zal trachten een en ander te verduidelijken. In het bestek voor de 192 woningen waren gewapend betonpalen van 7 meter lengte voorgeschreven. Van de directeur van de dienst openbare werken heb ik echter vernomen dat men het gebruik van deze 7 meter lange beton palen in relatie tot de schuurtjes een te dure zaak vond. Men achtte het in verband met het gewicht van de schuurtjes verantwoord pulspalen van due meter lengte te gebruiken. Die pulspalen zijn inderdaad gebruikt en men had op dat moment wel de indruk dat men daarmede een zeker risico liep. Wij kunnen nu natuurlijk zeggen dat die indruk inderdaad bevestigd is, maar ik wil er toch nog op wijzen dat de verzakking slechts tien van de 192 schuurtjes betreft. Misschien zouden wij kunnen zeggen dat dat nog meevalt, Ik hoop echter dat de herstelwerkzaamheden tor. deze tien schuurtjes beperkt kunnen blijven. Ik ben blij dat de heer Van Os gezegd heeft dat de gehele zaak conform het bestek is. Ik wil zijn suggestie om tij dens de herstelwerkzaamheden enige palen uit te graven en te onder zoeken graag aan de dienst van openbare werken doorgeven. De heer VAN OS: Ik ben met de suggestie alleen niet tevreden. Ik wil graag de toezegging van de wethouder dat de door mij gevraag de maatregel getroffen wordt. Wij kunnen er dan pas zekerheid over krijgen dat wij de 35. 000, -- niet voor niets op tafel leggen en dat niet iemand anders dit bedrag eigenlijk zou moeten betalen. De heer VAN CAULIL: Ik wil er nog even op wijzen dat de extra werkzaamheden die de heer Van Os verlangt weet een extra „krediet- verhoging met zich mee zullen brengen. In de afdeling is gebleken dat het toezicht indertijd goed geweest is en dat er inderdaad palen van drie meter lengte in de grond zitten. De palen zijn echter mee- verzakt. Het is wel gauw gezegd dat de palen uitgegraven moeten worden, maar wij zullen de consequenties daarvan toch ook moeten overwegen. Wethouder VAN DUN: In de eerste plaats rijst ten aanzien van de opmerking van de heer Van Caulil de vraag of dat uitgraven nu wel zoveel meer kost. In de tweede plaats moet ik de heer Van Os corrigeren. Ik heb geen suggestie gedaan; de heer Van Os heeft een suggestie gedaan en ik heb gezegd dat ik zijn suggestie zal doorgeven aan de dienst van openbare werken. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel besloten. 22. Bijlage nr. 334 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET DOEN AANBRENGEN VAN DRAAIHEKJES BU DE NOODTRAPPEN VAN HET COMPLEX 252 GALERJJWONINGEN AAN DE BERNARD DE WILDESTRAAT. Mevrouw jaGER-MIDDELBEEK: Naar aanleiding van dit voorstel wil ik toch nog wel even opmerken dat het mij zinniger lijkt als men voor af bij de bouw van flats zou bedenken dat kinderen van onbeveiligde noodtrappen kunnen vallen. Veiligheidsmaatregelen dienen mijns in-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1103