1117
16 NOVEMBER 1972
het houden van een interpellatie is voldaan; kunt u met het hou
den van deze interpellatie instemmen? Het blijkt mij dat ik daar
van mag uitgaan. Een en ander betekent dat de raad het college
van burgemeester en wethouders verantwoording vraagt voor het
ter zake gevoerde beleid. Ik geef de raad graag de gelegenheid
om over deze zaak te spreken. Het lijkt mij voor de hand liggen
om de heer Quadekker eerst het woord te geven. Ik wijs er overi
gens nog op dat er naar ik meen op 2 november j. 1. ingevolge
artikel 14 van het reglement van orde door de heer Sanaberg en
kele vragen over deze aangelegenheid gesteld zijn. Ik meen dat
het nuttig zou kunnen zijn als deze vragen, die overigens nog be
antwoord moeten worden, bij het debat zouden worden betrokken.
De heer QUADEKKER; Mijnheer de voorzitter, krantenbe
richten en een verkeersstagnatie hebben getracht ons duidelijk te
maken dat er een groot ongenoegen heerst in de Bredase taxi
wereld.
De volgende 6 organisaties hebben zich tot onze raad
gewend;
1. de Ned. Kath. Bond van Vervoerpersoneel;
2. de Ned. Bond van Vervoerpersoneel;
3. de Alg. Ned. Organisatie voor het personenvervoer;
4. de bond voor bedrijfsautoverkeer in Nederland;
5. de Ned. Kath. bond voor het beroepspersonenvervoer over de
weg, "Sint Christoffel";
6. de Christelijke bond van beroepspersonenvervoerders.
Het gaat hier om 8 9 bedrijven met 88 werknemers,
waarvan één bedrijf met 23 werknemers.
Er zijn naar ik meen redenen te over om uw college en
de raad door middel van deze interpellatie en aan de hand van
de door u reeds vermelde vragen van de fractievoorzitter van de
V. V. D.welke vragen ik graag bij deze behandeling wil be
trekken, te vragen aan deze zaak ernstig aandacht te besteden.
Het is mij bekend, dat door uw college vergunningen zijn ver
strekt, waaraan voorwaarden zijn verbonden, o. m. het gebruiken
van de taxameter. Het is mij ook bekend dat de politie de in
stantie is die een en ander kan controleren en dit ook, misschien
steekproefsgewijs, doet (ik las over het zesmaal aanhouden van
dezelfde auto op één dag). Er is, wanneer er geen sprake is van
een duidelijke overtreding, echter aan geen vergunning te tornen.
Eveneens is mij bekend dat de chauffeurs van een bepaald bedrijf
de chauffeurs van andere bedrijven verwijten dat zij zich niet aan
de 51 uren werktijd per week houden.
Er wordt gesteld dat een dienstrooster alleen geschikt is ten aan
zien van auto's die constant beschikbaar zijn en niet van wagens
uit de z.g. gemengde bedrijven: de taxi- én verhuurbedrijven.
Men poneert dat een dienstrooster zonder centrale niet kan functio
neren, terwijl men niet wenst te praten over het instellen van een
centrale.
Breda kan trots zijn op een prima functionerend taxi-vervoer, op
de nette wagens -en op actieve, behulpzame chauffeurs. Wij wil
len dit zo houden. Niemand onzer kan echter een bedrijf ver
plichten om zijn zelfstandigheid prijs te geven. Ik wil echter wel
een beroep doen op de vakbonden om te trachten allen in hun