1147
16 NOVEMBER 1972
plicht dat pand intact te houden. Slechts bij uitzondering wordt toe
stemming tot sloop gegeven. De overheid bezat in dit geval zelf
20'n monument en dan is het bijna waanzinnig dat zij die wet in de
structieve zin hanteert. Men kan zich mijns inziens niet beroepen op
die artikelen uit de woningwet, die de directeur van de dienst open
bare werken de bevoegdheid geven om te slopen. Het zou een college
meer passen steeds maar weer een beroep te doen op een maximale
toepassing van de monumentenwet, teneinde op die manier de monu
menten te sparen.
De heer AMERICA: De andere leden van de K. V, P, -fractie hebben
mij gevraagd een nadere verklaring af te leggen over de opmerkingen
die ik in eerste instantie heb gemaakt. Het is mij gebleken dat een
aantal fractieleden mijn opmerkingen heeft opgevat als een volledige
motie van wantrouwen ten opzichte van het college. Ik heb niet de
bedoeling gehad om vanavond zover te gaan. Ik persoonlijk zou als
ik totaal geen vertrouwen meer in het college had opstappen. Het is
duidelijk dat de meerderheid van de raad wel vertrouwen in het col
lege heeft. Ik heb duidelijk fundamenteel andere opvattingen over
het besturen van een stad, over de verhouding tussen raad en college,
enz, dan een aantal andere raadsleden. Een van mijn principes is:
beloofd is beloofd. Het college wist hoe gevoelig deze zaak bij een
groot aantal raadsleden lag. Mijn ideeën over besturen en over relaties
tussen mensen zijn met voeten getreden; daar protesteer ik tegen en
daar blijf ik tegen protesteren, in de hoop dat er nog eens een tijd komt
dat ik dat niet meer hoef te doen.
De heer GEENE: Ik vind het jammer dat mevrouw Van Nes het in
dit vlak heeft getrokken. Ik wil dan ook maar één opmerking maken: het
was geen K, V. P. -wethouder, die een begin maakte met het slopen.
Mevrouw PAULUSSEN: Voorzitter, ik wil u, hoe vervelend het
ook mag zijn, vragen om de vergadering tien minuten te schorsen voor
fractieoverleg.
De VOORZITTER: Ja, ik vind het echt wel vervelend, maar er is
verder niets aan te doen. Ik wil wel graag aankondigen dat de punten
die wij voornemens waren te behandelen en die een bepaalde urgentie
hebben vanavond nog behandeld zullen worden. Dat betekent dat de
vergadering met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet
om elf uur zal zijn beëindigd.
De VOORZITTER: Ik wil nu graag de vergadering onmiddellijk
hervatten. Wij waren bezig aan de tweede termijn. Mevrouw Paulussen
heeft om schorsing gevraagd en de heer Crul vraagt nu om het woord.
De heer CRUL: Wij zijn nu meen ik al een jaar lang intensief aan
het discussiëren over het slopen. Meerdere raadsleden, o„ a, mevrouw
Van Nes, hebben naar voren gebracht dat ook buiten de raad de gedach
ten over het slopen in Breda en het aanzicht van Breda in ontwikkeling
zijn. Ik geloof dat wij dan terug moeten gaan naar de september-ver
gadering van vorig jaar, zoals ook de heer Sandberg heeft gedaan.
Uit de notulen van die vergadering kan men mijns inziens opmaken
dat de wethouder van openbare werken toen toch wel enigszins een
woordenspel heeft gespeeld en uit de woorden die de heer Saridberg