1153 16 NOVEMBER 1972 Breda zowel hoor als wederhoor toe te passen, Een nadere informatie behoeft niet noodzakelijk tot gevolg te hebben dat men van standpunt verandert, maar men heeft dan wel de mogelijkheid om iets ruimer geïnformeerd te zijn dan vaak en met name op het ogenblik het geval blijkt te zijn. Ik wil de gehele kwestie nog even samenvatten. Wij hebben in de raad moeizaam gediscussieerd over de panden Veemarktstraat 68 en 74, Het college neeft toen de toezegging gedaan dat er een rehabilitatie- plan zou komen en dat er met monumentenzorg gesproken zou worden. De kwestie van de panden Veemarktstraat 70 en 72 is een incident ge weest, dat op een bepaald moment de verantwoordelijkheid van het college raakte. Ik zou het niet correct vinden mij te beroepen op de situatie die zou kunnen hebben ontstaan als het college hierin geen beslissing had genomen, maar ik geloof wel dat dit erbij betrokken mag worden. Op grond van de situatie waarin de panden 70 en 72 verkeerden heeft het college helaas de beslissing moeten nemen, in overleg met monumentenzorg, om pand 74 eveneens te slopen. Ik. moet wel zeggen dat het geen plezierig besluit is geweest. Het college heeft evenveel gevoel als de raad voor het historisch bezit van- onze stad en mét de raad hoop ik dat dit de laatste keer geweest is dat een kwestie als deze zich voordoet. Het college heeft echter zijn verant woordelijkheid en ik doe een beroep op de raad om die verantwoorde lijkheid mede te ondersteunen. De VOORZITTER: Ik stel u voor de discussie over deze interpel latie te sluiten, 4, bijlage nr. 342 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT INSTELLING VAN EEN COMMISSIE EX ARTIKEL 61 OPENBARE BIBLIOTHEEK (Dit voorstel is in de oktobervergadering aangehouden). Van de agenda afgevoerd zijnde maakt dit voorstel geen onderwerp van beraadslaging uit. 5. bijlage nr. 343 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN AANVULLENDE SUBSIDIES OVER DE JAREN 1970 EN 1971 TEN BEHOEVE VAN DE STICHTING VERENIGDE OPENBARE BIBLIOTHEKEN. (Dit voorstel is in de oktobervergadering aangehouden). De heer QUADEKKER: In de afdeling voor culturele zaken is verzocht punt 4 aan te houden. U hebt een verklaring hiervan op onze tafels laten leggen, De vertegenwoordigers van de fracties van de K. V, P.V, V. D, D'66, P„C. G. en later ook de vertegenwoordigster van het PAK en de heer Von Schmid zijn akkoord gegaan met het behandelen van agenda punt 5, zonder daarbij de gehele problematiek van de bibliotheken te betrekken, omdat dit punt louter een financiële aangelegenheid is met betrekking tot subsidies over voorafgaande jaren. De VOORZITTER: Daarvoor zal waarschijnlijk wel gelegenheid zijn als punt 4 aan de orde is. De heer KRAMER; Hoewel ik niet in discussie wil treden, moet ik zeggen dat ik het eens ben met de woorden van de heer Quadekker. Ik zou er nog op willen wijzen dat er mogelijk een misverstand kan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1153