1159
16 NOVEMBER 1972
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten,
51. bijlage nr„ 392
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET TOE
KENNEN VAN EEN TOELAGE VOOR ONREGELMATIGE DIENST AAN
HET PERSONEEL VAN DE BEROEPSBRANDWEER,
De heer JANSEN: Ik wil slechts opmerken dat ik blij ben dat dit
voorstel nu voorligt. Ik acht het toekennen van deze toelage volkomen
rechtvaardig. De dienst van de. brandweer is 24 uur op en 24 uur af en
men had hiervoor al veel eerder een compensatie moeten krijgen.
De heer BROOIMANS: Ik wil slechts twee korte vragen stellen.
Moet ik aannemen dat het voor de nabetaling over de jaren 1966 tot
en met 1971 niet mogelijk is een beroep te doen op het gemeentefonds?
Is de veronderstelling van het college, dat de dekking voor 1972 en 1973
via het gemeentefonds kan worden gecompenseerd, niet erg vaag? Als
dit niet lukt, zal toch op een andere wijze dekking moeten worden ge
vonden»
Wethouder DE RAAFF: Aan het adres van de heer Jansen wil ik
zeggen dat ook wij van mening zijn dat het een rechtvaardige zaak
is»
De heer Brooimans heeft gevraagd of het niet mogelijk is voor de jaren
1966 tot en met 1971 een beroep te doen op het gemeentefonds. Deze
nabetaling zou nl, worden gedekt uit de saldireserve, Zij vragen liggen
meer op het terrein van wethouder Broeders,
Ik heb mij laten informeren door de ambtenaren van financiën. Zij
hebben mij medegedeeld dat een nabetaling over voorbije, afgesloten
jaren betaald moet worden uit de saldireserve Voor de lopende jaren
bestaat de mogelijkheid dit bedrag ten laste van de algemene middelen
te brengen en aangezien het hier een personeelsaangelegenheid betreft»
die algemeen aanvaard zal worden, bestaat de hoop - ik veronderstel
dat de heer Brooimans dit vrij vaag vindt - dal: wij het terugkrijgen uit
het gemeentefonds. Wij gaan hiervan althans uit, maar het moet nog wel
blijken.
De heer BROOIMANS: Het blijft toch vaag.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten»
43. bijlage nr. 384
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERHOGING
VAN DE WATERTARIEVEN,
De heer KRAMER: Ik wil beginnen met iets te zeggen» waarmee
ik meestal eindig» nl. dat wij akkoord gaan met uw voorstel. Wij kun
nen gewoon niet anders in verband met het raadsbesluit van 21 novem
ber 1962 met betrekking tot het gelijkhouden van de twee tarieven voor
water levering. Toch wil ik nog enkele kritische kanttekeningen plaat
sen.
Op de eerste plaats zou ik willen vragen of uw college voldoende in
spraak c. q. inzicht heeft ten aanzien van de aan de orde zijnde tariefs-