16 NOVEMBER 1972
1164
dit voor de begrotingsbehandeling aan de orde te stellen.
De heer VAN DUIJL-: Naar aanleiding van hetgeen de wethouder
naar voren heeft gebracht over de integratie van de beide bedrijven
wil ik nog een opmerking maken.
In de toelichting op het voorstel van 1962 staat dat juist de gelijkheid
van de watertarieven een aanzet moet zijn om tot een tastbare samen
werking te kunnen komen. Ik moet zeggen dat ik 'het bedroevend vind
dat in tien jaren nog geen oplossing hiervoor is gevonden. Ik vraag mij
dan ook af hoelang wij nog met deze slepende kwestie moeten doorgaan.
Ik meen dat wij in 1958 de gelegenheid hebben gehad om deze concessie
af te kopen. De raad heeft dat toen niet gedaan, omdat hiermee een be
drag van ruim 1 miljoen was gemoeid. Ik moet zeggen dat het mij nu
nog spijt dat die beslissing toen niet is genomen.
Ik blijf erbij dat het een nare zaak is dat wij na zoveel jaren niet tot
een oplossing hebben kunnen komen en ik vraag mij af of er ooit een
oplossing zal komen.
De wethouder kon niet snel uitrekenen wat de financiële conse
quenties zouden zijn bij een geïntegreerd bedrijf. Hij kon ons wel snel
vertellen dat scheiding van de tarieven ons 850. 000, -- zou kosten.
Ik weet dat het antwoord nu niet kan worden gegeven, maar ik zal graag
van de wethouder vernemen op welke wijze hij aan dit bedrag is geko
men. Misschien kan hij dit in de afdeling mededelen.
De heer CRUL: Uit de woorden van de heer Taks heb ik begrepen
dat de nieuwe V. V. D. in de toekomst waarschijnlijk wel bereid is tot
gesprekken over sociale tarieven.
Aan de wethouder zou ik nog concreet willen vragen of er in het
college inderdaad geen overleg is geweest over het eventueel afwijzen
van deze tariefsverhoging door de minister van economische zaken. Als
wij suppleren op de 30"jo, die water afnemen van de waterleidingmaat
schappij, scheelt dit inderdaad 850. 000, Ik meen dat men voor
uit zal moeten kijken als een dergelijk bedrag aan de orde is en dat daarover
overleg zou moeten zijn geweest.
De heer KRAMER: Ik heb begrepen dat wij als aandeelhouder wei
nig in te brengen hebben. Ik heb echter niet begrepen of wij wel vol
doende inzicht hebben in de bedrijfsvoering van deze maatschappij.
De wethouder heeft mij misschien niet goed begrepen, toen ik
sprak over de 70"Jo van de bevolking. Ik heb het volgende bedoeld: als
70 %van de Bredase bevolking deze tariefsverhoging moet betalen,
omdat 30°]o in de sector van de waterleidingmaatschappij zit, is het
naar mijn mening reëel, als dat deel van de Bredase bevolking zou weten
waar dit geld voor bestemd wordt. Ik heb gezegd dat dit ergens de Bre
dase gemeenschap ten goede zal komen. De wethouder heeft in dit ver
band Het Turfschip genoemd. Naar mijn mening dient hierover duide
lijkheid te bestaan. Als wij één bedrijf zouden hebben, zouden wij niet
steeds met dergelijke besluiten geconfronteerd worden. Alles bij elkaar is
er naar mijn mening nog wel het een en ander te bespreken in de afde
ling voor de nutsbedrijven,
Bij de behandeling van dit stuk kwam mij een kort verhaaltje in gedach
ten. Het heeft er eigenlijk niets mee te maken, maar ik wil het toch even
laten horen.
De heer Jansen spreekt. Vorige raadsbesluiten tellen voor hem niet. DS'70
is zijn partij. Belangrijk, voor 29 november a. s.