16 NOVEMBER 1972
1166
slechts afgevraagd of er na tien jaren iets niet teruggedraaid mag worden
en opnieuw worden bekeken. Sommige goede verstaanders hebben een
half verhaal nodig.
De VOORZITTER: Dat is dan uw antwoord op hetgeen de heer Kramer
heeft gezegd. Past u maar op; misschien zit u straks nog met elkaar in de
regering.
De heer KRAMER: Is dat een uitdaging?
De VOORZITTER: Dat mag ieder voor zichzelf uitzoeken.
De heer VON SCHMID: Dat is het mooiste, dat ik vanavond heb
gehoord.
De VOORZITTER: Het is niet zo bedoeld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de
heer Jansen geacht wenst te worden tegen te hebben gestemd.
34. bijlage nr. 375
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET NEMEN
VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT TEN BEHOEVE VAN DE RANDBEBOUWING
WINKELCENTRUM HOGE VUCHT.
49, bijlage nr. 390
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT TOEKENNING
VAN GELDELIJKE STEUN INGEVOLGE DE WONINGWET AAN DE AL
GEMENE WONINGBOUWVERENIGING "BREDA EN OMGEVING", AL
HIER, TEN BEHOEVE VAN EEN COMPLEX VAN 108 GALERIJWONIN-
GEN AANDEGROENEDUKIN HET BESTEMMINGSPLAN "HOGE VUCHT",
ALSMEDE TOT HET AANVRAGEN EN AANVAARDEN VAN GELIJKE STEUN
UIT *S RIJKSKAS.
Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN: Het grootste deel van
onze fractie gaat akkoord met het voorstel onder punt 34. Vooral het
extra contingent achten wij van groot belang, omdat er toch nog steeds
ruim 3, 000 woningzoekenden zijn. Voorts achten wij het belangrijk dat
dit ook naar de mening van de woningbouwverenigingen verantwoord is.
Op basis van de veranderde inzichten zijn geen identieke woningen ge
bouwd, hetgeen de bewoonbaarheid zeker zal bevoordelen.
De heer AMERICA: Op de eerste pagina van bijlage nr. 375 wordt
gesteld: "Deze flats zijn in de vrije, c. q. particuliere premiesector niet
tot stand gekomen, deels omdat hiervoor geen beleggers konden worden
geïnteresseerd, deels omdat de flats slechts gerealiseerd konden worden
tegen een - in vergelijking met de omliggende bebouwing - hoge huur
prijs".
Het laatste deel van deze zin geeft mij aanleiding om te praten
over iets, waarover moeilijk te praten valt. Ik vraag er derhalve bij
voorbaat enig begrip voor dat ik geen betoog wil houden, dat ook maar
iets bevat van discriminatie.
Ik wil aan de orde stellen dat ik uit deze regel proef dat het college
van mening is dat, naast de relatief lage huurprijzen, die nu in de