ONTWERP 21 NOVEMBER 1972 AGENDA: behandeling begroting 1973. AANWEZIG: de dames IR. E. M. VAN NES-BRANDS, M. L.A. PAULUSSEN, J.A.W. VAN ROOIJ-v. d. HEUVEL, O. M. C. STOCK- MANN-v. d. KALLEN, D. H. J. WILLEMS-VAN DOORN en de heren DRS. P. L. E. AMERICA, L.A.M. VAN BANNING, H. BIEMANS, H. BROEDERS, J. L. G. BROOIMANS, P. J. VAN CAULIL, C. J. CRUL, DRS. D.J.D. DEES, J. P.A. VAN DUN, C.A. VAN DUIJL, F. P. M. FROGER, G.H.J, GIELEN, J. P. M. GOOS, J.A. VAN GRAAF" EILAND, A.M. JANSEN, P. M. J.F.X. KOERTSHUIS, A. B. KRAMER, A. KROON, A.W. VAN LOON, DRS. J. H. H. MANS, A. C. W. M. MENSEN, IR. H.J. VAN MERKOM, L. Ph. VAN OS, MR. L. M. VAN OVERVELDT, J.H. M. QUADEKKER, A. H. W. M. DE RAAFF, JHR. R. G. P. SANDBERG, JHR. DRS. F.A. VON SCHMID, DRS. J. H. SEVERENS, A. SPANJER en J. P. W. A.A.M. TAKS. Voorzitter: IR. W.J.L. J. MERKX. Secretaris; DRS. J. P.A. VAN DEN DAM. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad. Bericht van verhindering is binnengekomen van mevrouw jager- Middelbeek en de heren Geene en Roozeboom. De heer Goos kan niet vóór half negen aanwezig zijnen de heer van Os komt waar schijnlijk tegen elf uur. De VOORZITTER: Dames en heren, u weet dat wi] vanavond beginnen met de behandeling van de gemeentebegroting van Breda voor het jaar 1973. Het is de bedoeling dat, het schema volgend, allereerst de algemene beschouwingen worden gehouden. Ik meen dat wij acht algemene beschouwingen mogen verwachten. Achter eenvolgens zullen het woord voeren de voorzit(s)ters van de fracties van de K. V. P.het P.A.K.V. V. D,P, C. G.D'66, Democraten, DS'70 en Bredase Belangen. Het woord is nu aan mevrouw Stock- mann. Mevrouw STOCKMANN-v. d. KALLEN: voordat ik met mijn al gemene beschouwingen begin wil ik uw college en de raad mede delen dat ik namens alle negentien fractieleden ga spreken. Onze besprekingen over het functioneren van de fractie zijn, hoe wel zij nog niet zijn afgerond, zover gevorderd dat wij het ver antwoord achten gezamenlijk aan deze begrotingsbehandeling mee te werken. De voor ons liggende begrotingsbehandeling valt onge veer samen met het midden van de zittingsperiode van de raad, hetgeen reden is om eens terug te kijken en tevens om opmerkingen te maken over de tweede helft. Ik wil terugblikken om te filoso feren over de mate waarin de plannen die bij het begin van deze periode op stapel zijn gezet zijn verwezenlijkt; ik wil vooruit zien door te spreken over het inhalen van een achterstand, de afbouw van een en ander en het nieuw opzetten van wat ons voor de toekomst noodzakelijk lijkt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1174a