21 NOVEMBER 1972
1180
vastgesteld. Wij achten het evident dat binnen het kader van een
eerst vast te stellen beleid een budgettair saneringsplan onont
beerlijk is. Om echter over de problematiek rond de vaststelling
van de begroting zinvol met uw college te kunnen praten dient
naar mijn mening aan twee voorwaarden te worden voldaan:
1. de inzichtelijkheid van de begroting, meer bepaald met be
trekking töt~3e_ té-Eëstëciën bedragen;
2. duidelijke beleidsbepaling met betrekking tot nieuwe ontwik
kelingen en~prioriteiten.
De begroting is in grote lijnen te onderscheiden in vijf compo
nenten, te weten;
a. de kapitaalslasten;
b. de personeelslasten:
c. uitgaven in relatie tot de doeluitkeringen;
d. de kruisposten;
e. de overige uitgaven.
Slechts over de besteding van de laatste uitgaven heeft de raad
feitelijk rechtstreeks zeggenschap. Ook slechts binnen het totaal
van deze laatste uitgaven kunnen binnen het beleid nieuwe ont
wikkelingen worden gerealiseerd of kostenvergende of kosten-
verschuivende prioriteiten worden gesteld. Naar onze opvatting
kan de raad eerst dan zinvoller over een begroting met uw col
lege praten als een ontwerpbegroting inzichtelijk volgens het door
mij aangegeven eventueel aangepaste schema zou worden opge
steld en de nieuwe activiteiten en prioriteitstellingen zouden wor
den aangegeven. Wij vragen uw college daarom met nadruk het
overleg met de raad over de begrotingsproblematiek tijdig vóór
het vaststellen van de primaire begroting 1974 te openen.
MAATSCHAPPELIJK WERK EN GEESTELIJKE VOLKSGEZONDHEID.
Reeds bij vorige begrotingsbehandelingen hebben wij gewezen
op de noodzaak van georganiseerd overleg tussen de diverse in
stellingen die op dit gebied werkzaam zijn. Al twee jaar lang
krijgen wij de toezegging dat er voor deze soort zaken een of andere
vorm van "functioneel overleg" zal komen. Dit is echter nog steeds
niet op gang. Wel willen wij erkennen dat er vorderingen worden
gemaakt bij de pogingen tot nadere samenwerking, heroriëntatie
en herstructurering in deze sector. Het blijft geboden dat de ver
anderingen bestudeerd en bevorderd worden in overleg met alle
groeperingen die zich aandienen en/of reeds werkzaam zijn. Wij
moeten nl. vaststellen dat er op het gebied van de sociale dienst
verlening reeds lang nieuwe visies bestaan, die nog te weinig
doorwerking hebben gekregen. Met betrekking tot samenwerking
en heroriëntatie zijn de zeer gewaardeerde pogingen die door
gaans overbezette personen in de avonduren verrichten niet vol
doende. De zogenaamde "samenwerkingsfunctie", zoals die tot
voor enkele jaren bij het K. I. M. functioneerde, zal opnieuw
leven moeten worden ingeblazen, zij het niet meer in K. I. M. -
verband. Daarvoor is aanstelling van een aparte functionaris noodza
kelijk. Waarschijnlijk is een organisatorische koppeling aan het func
tioneel overleg gewenst. Gaarne vernemen wij uw reactie. Wij
overwegen eventueel een motie ter zake in te dienen.