21 NOVEMBER 1972 1186 Over de sluitende of niet-sluitende begroting nog het volgende. De P. A. K.-fractie blijft van mening dat wij noodgedwongen toe groeien naar een niet-sluitende begroting: ons inziens komt nl. bij het hanteren van een niet-sluitende begroting de verantwoor delijkheid voor de gang van zaken in de gemeente te liggen waar zij thuishoort, nl. bij de centrale overheid. Breda verkeert o. a. in verband met de onverwachte beslis singen van de centrale overheid over hef hoogspoor, de lasten van de rioolwaterzuiveringsinstallatie, het oude woningbestand, de kosten in verband met de centrumfunctie en de kritieke situatie ten aanzien van de binnenstad in de onmogelijkheid die uitgaven te doen die noodzakelijk zijn om het verzorgingspeil op een redelijk niveau te handhaven. Met recht kan daarom een beroep worden gedaan op een aanvullende bijdrage en uitkering ingevolge artikel 12 van de financiële verhoudingswet. Wethouder Broeders heeft in een interview gezegd dat een niet- sluitende begroting als consequentie heeft dat geen nieuwe werken kunnen worden aangepakt. Wij zouden op een bepaalde manier onder curatele worden gesteld, waardoor geen eigen beleid meer te voeren zou zijn. Deze stellingname vinden wij niet volledig onderschreven in de brief van 19 juli j. 1. over dit onderwerp van de minister van financiën. Wij zullen, overgaande tot een niet- sluitende begroting, duidelijk het structurele tekort moeten aantonen. Volgens de richtlijnen van de minister kan in die situatie in bij zondere omstandigheden wel tot het uitvoeren van nieuwe activi teiten worden overgegaan. Voorzover wij hebben begrepen worden aan rendabele investeringen helemaal geen beperkingen opgelegd. Mocht de wethouder al terecht beweren dat wij bij een niet- sluitende begroting volledig onder curatele komen te staan, dan nog vragen wij ons af of wij met de sluitende begroting niet in een slechtere positie verkeren. Ook nu kunnen wij bijna geen nieuwe werken meer aanpakken. Van jaar tot jaar verslechtert onze po sitie. Wij moeten ons inziens voorkómen dat wij in dezelfde om standigheden komen te verkeren als Leiden en vele andere steden in het land, die ook lang zijn blijven voortsukkelen op een uit- gaveniveau dat onaanvaardbaar was. De consequentie van de op stelling in die plaatsen is thans dat er ook via drastische sane ringsplannen zelfs op lange termijn geen kans wordt gezien de achterstand in te halen. Over het aangekondigde saneringsplan willen wij hec college de volgende vragen stellen: a. op welke wijze denkt het college het saneringsplan in grote lijnen op te stellen? b. wordt bij de samenstelling al dan niet van een beleidsplan uitgegaan? c. op welke termijn denkt het college het saneringsplan aan de raad te kunnen presenteren? De P. A. K.-fractie pleit voor het opstellen van een niet-sluitende begroting, indien aan de hand van een dergelijke begroting beter aan de behoefte van de stad aan een redelijk verzorgingsniveau tegemoet kan worden gekomen. Wij zien vanuit deze opstelling een mogelijkheid om verdere achterstand te voorkomen en om plannen op te stellen, op grond waarvan de problemen structu reel kunnen worden aangepakt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1186