21 NOVEMBER 1972 1202 en ongevraagd aan uw college advies uitbrengen en daardoor mede het beleid in de beginfase bepalen. In verband met de openbaar heid van de vergaderingen van deze adviescommissies kan overigens ook iedere geïnteresseerde burger de beraadslagingen volgen. Het is dunkt mij duidelijk dat dit systeem dat al in meerdere grotere gemeenten functioneert staat of valt met de werkwijze van de raad. Naar onze mening zullen in deze commissies alle in de raad zitting hebbende fracties vertegenwoordigd dienen te zijn, ter wijl een beter contact tussen fractie en commissielid moet worden gewaarborgd. Thans komt het voor dat er in de raadsvergadering vragen worden gesteld over onderwerpen en met name over details, die in de raadsafdelingen uitvoerig zijn besproken in aanwezigheid van een fractiegenoot van de vragensteller. De in het reglement van orde opgenomen bepaling dat het verslag van de commissie vergaderingen aan alle raadsleden zal worden toegezonden kan er mogelijk de aanleiding toe zijn dat het zojuist gesignaleerde euvel niet meer zal voorkomen. Naast de te vormen vaste raadscommissies ex art. 62.2 kennen wij reeds langer diverse commissies van advies, zoals de jeugdadviesraad en de culturele raad, samengesteld uit burgers, terwijl onlangs de stedebouwkundige adviesraad werd geinstal- leerd. Bij gelegenheid van deze installatie zijn door wethouder van Dun, die naar ik mag aannemen namens het college sprak, zeer frappante uitspraken gedaan ten aanzien van de inspraakmethoden en de werkwijze en opstelling van een enkele van de zojuist genoemde adviescolleges. Mét hem ben ik van mening dat het hoogst nood zakelijk is dat er tussen de diverse adviescolleges dwarsverbindingen komen. Ik heb goede hoop dat de St.A.R. een zeer nuttige functie zal kunnen vervullen en de mogelijkheid tot deze zogenaamde dwars verbindingen zal kunnen openen. Ik heb gesteld dat in deze zittingsperiode van de raad aanwijs bare vooruitgang is geboekt met betrekking tot de democratisering van het bestuur; ik dien in dit verband zeker ook te noemen de instelling van de diverse commissies ex art. 61 van de gemeente wet. Bevoegdheden worden hierbij overgedragen en burgers die in deze commissies zitting hebben worden rechtstreeks bij het bestuur betrokken. Ik denk hierbij aan de commissie schooladvies- en bege leidingsdienst, de bestuurscommissie Sociale Werkvoorziening en het College van Bijstand. Door deze commissies, ieder op eigen ter rein, werd reeds zeer veel arbeid verzet. Ik meende er goed aan te doen deze zaken nog eens duidelijk te stellen. Ik ben nl. van mening dat in de afgelopen 2 jaren van de zijde van het bestuur vele openingen zijn gemaakt en mogelijkheden voor de burgers zijn geschapen om mee te denken en te handelen. Denk in dit verband ook nog aan de zeer vele hearings, die in ver band met uit te voeren plannen werden gehouden. Het mag dan wel eens teleurstellend zijn dat de reacties van het publiek vaak erg negatief zijn en dat het ondanks alle mogelijke publicaties moeilijk is om de diverse adviescolleges volledig te be mannen, ik geloof toch dat het op deze wijze ingezette proces van democratisering (met alle tijdverlies dat erin kan zitten) de goed willende burgers op den duur meer zal aanspreken dan alle moge lijke actiegroepen die ad hoe tot stand komen. In de voorgaande opmerkingen heb ik een paar uitspraken gedaan waarop ik nog even nader wil terugkomen. Ik bedoel nl. de uit spraak dat in de vaste raadscommissies de op de meest democratische

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1202