21 NOVEMBER 1972 1204 aanwezig moet zijn, Ik meen dat ook in dit opzicht in Breda goede initiatieven zijn genomen. Al deze mogelijkheden zijn aanwezig en zullen bij aanvaarding van het nieuwe reglement van orde door de raad nog worden verbeterd, zodat toch kan wor den gesproken van een democratisering van het bestuur, aangepast aan "hier en nu". Ik meen dan ook een ernstig beroep op de raad te mogen doen om binnen deze nieuwe mogelijkheden als gekozen bestuurscollege eensgezind zijn eigen taak op te vatten. Ik meen in dit kader meteen een antwoorcf te hebben gegeven op de vraag die de heer Crul in zijn algemene beschouwingen ten aanzien van het programcollege heeft gesteld. Een dergelijk programcollege kan op grond van deze visie natuurlijk niet functioneren en wordt door ons dan ook definitief afgewezen. FINANCIËN. Na deze sterk beschouwende algemene opmerkingen kom ik nu tot wat meer nuchtere beschouwingen ten aanzien van de ons voor gelegde begroting 1973. Allereerst valt dan te constateren dat het gelukt is de begroting ook dit jaar weer sluitend te krijgen, zij het dan met veel kunst- en vliegwerk. Met uw college en naar ik aan neem ook met verreweg het grootste deel van deze raad achten wij een sluitende begroting ook nu nog zeer beslist te verkiezen boven een niet-sluitende met alle gevolgen van dien, zoals door u in de nota van aanbieding nogmaals duidelijk werd uiteengezet. De budgettaire positie is wel bijzonder ongunstig te noemen. Het evenwicht in de begroting kon slechts worden bereikt door o. m. in de sector van de eigen inkomsten een meeropbrengst van ruim 2i miljoen aan belastingen en tarieven te ramen. Dit komt neer op een procentuele vermeerdering van gemiddeld 20, 9% t. o. v. 1972, terwijl de procentuele vermeerdering van de algemene uit keringen uit het gemeentefonds slechts een vermeerdering van 18,9 t. o. v. 1972 laten zien. Ik ben van mening dat de centrale over heid de lasten door middel van de financiële verhoudingswet nog steeds teveel afwentelt op de lagere overheden, i.e. de gemeenten. Uit de beantwoording van de door mij gestelde vraag no. 4 meen ik te moeten opmaken dat thans kan worden aangenomen dat de door u gevolgde methode van berekening van de algemene uitkering sec niet zal behoeven te worden bijgesteld, zodat uw prognose voor zover thans bekend wel als juist kan worden aanvaard en wij niet de kans lopen dat hier een gat van circa 450.000,-- zal ontstaan. Op pagina 5 en 6 van de nota van aanbieding geeft het college een duidelijke uiteenzetting van de factoren welke ertoe hebben ge leid dat de budgettaire positie waarin de gemeente thans verkeert zo zorgwekkend is en wij in feite op de grens van de negatieve cijfers zitten. Naast de door u genoemde oorzaken als de afschaffing van de agglomeratieverfijning, de terugloop van de bevolking, het Hoog- spoor, de rioolwater-zuiveringsinstallatie, de garanties voor het Turfschip en de extra kosten verbonden aan de democratisering van het bestuur, dient zich thans naar onze mening een nieuw probleem aan. Ik doel hierbij op de verplichtingen die wij met betrekking tot het industrieschap Moerdijk op ons hebben genomen. Zijn de be richten juist, dan dreigen ook hier grote financiële problemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1204