1205 21 NOVEMBER 1972 Kan uw college ons enig inzicht verschaffen in de financiële si tuatie van dit moment en welke bij benadering de gevolgen voor Breda kunnen zijn? Het behoeft dunkt ons geen betoog dat in deze zeer precaire situatie niet is te ontkomen aan de voorgestelde verhogingen van rechten, tarieven en belastingen. Er zit in de begroting zo weinig elastiek" (om een woord van ae wethouder van financiën te gebruiken) dat de kans op een meevallertje wel erg gering is. Vroeger spraken wij wel eens over futen. De enige mogelijkheid voor een meevaller is waarschijnlijk slechts in de verfijningsuitkering voor historische stadskernen te vinden. Uit het antwoord op de door mij gestelde vraag no. 7 blijkt dat hiermede in de begroting nog geen rekening werd gehouden. De eerste fase van de uitkering zal echter nog in 1973 plaatsvinden en volgens uw mededeling zullen hiermede belangrijke bedragen zijn gemoeid. Wij kunnen slechts hopen dat Breda hierbij aan zijn trekken zal komen. Een andere zaak (de keerzijde van de medaille), i.e. de uitgaven zijde van de begroting, verdient in de geschetste situatie zeer bij zondere aandacht. Wij zullen, indien wij de burgers zwaardere lasten opleggen, hetgeen ik thans in het belang van de gemeenschap volkomen gerechtvaardigd vind, zeer nauwlettend het uitgaven patroon moeten volgen en bestuderen en waar nodig moeten ingrijpen. De aangekondigde personeelsstop zou als tijdelijke maatregel mogelijk wel enig soelaas kunnen bieden, doch de enige weg die daarbij be wandeld kan worden is dan wel via het goed-functionerende be staande instituut van het georganiseerd overleg. Het bevreemdt ons dan ook dat deze weg niet door uw college is gevolgd. Veel be langrijker is echter een totale doorlichting van de uitgaven door middel van het door u aangekondigde saneringsplan. Wij hopen en vertrouwen dat uw college het voornemen, uit- fesproken bij de beantwoording van de vragen die op dit plan etrekking hebben, met spoed ten uitvoer zal brengen, opdat inder daad, door effectuering hiervan, het beleid tot voortzetting van een sluitende begroting kan worden gegarandeerd. Mij rest nog wel een vraag met betrekking tot dekking van de stelpost van het EnWa ad 500,000,--. Op bladzijde 12 van de nota van aanbieding staat dat de watertarieven een meeropbrengst van 376,400,-- te zien zullen geven en dat deze post bereids is geraamd. Bovendien is de stelpost ad 500.000,-- geraamd. Met verwijzing naar uw antwoord op de door mij gestelde vraag no. 13 en rekening houdend met het gestelde in uw preadvies no. 384 voorstel tot verhoging van de watertarieven) kom ik thans tot de volgende conclusie: Totaal werd begroot 876.400,-- (het totaal van beide bovengenoemde bedragen). De tariefsver hoging water (preadvies van vorige week) levert 190.000,-- op. Er resteert dus een nog te dekken bedrag van 686.400,--. Een van beide: uw voorstelling van zaken is verkeerd of mijn bereke ning is fout. In ieder geval is de door u verstrekte uiteenzetting toch wel zeer onduidelijk; gaarne meer opheldering!

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1205