1216 21 NOVEMBER 1972 trouwen in het college kunnen stellen. Enerzijds is er geen beleid; an derzijds word' er een beleid geformuleerd, maar steeds blijken er krach ten buiten het college aanwezig te zijn die het college doen wijken. Hef goedkeuren van financiële handelingen voor een beleid dat je niet kent betekent het afgeven van een blanco cheque. Dit laat het raads lidmaatschap niet toe. Ergo zullen wij onze stem uitbrengen tegen de begroting als geheel, hetgeen niet insluit dat wij ons niet blijven in spannen om deze goede stad mede te besturen. De VOORZITTER: Ik wil zoals te doen gebruikelijk graag een be gin maken met de beantwoording van de algemene beschouwingen. Ik wil u in de eerste plaats graag dankzeggen voor de inspanningen die u zich vanuit uw nevenfunctie als raadslid van deze gemeente heeft ge troost. Tenslotte heeft in de afgelopen periode nog maar 10"jo van de raadsleden de raad verlaten dat is voorzover de cijfers tot nu toe be kend zijn, ongeveer de helft van het landelijk gemiddelde. Ik wil naar aanleiding van uw algemene beschouwingen graag een viertal onderwer pen aan de orde stellen: 1. Het functioneren van de raad en wel speciaal de relatie van de raad tot her college van burgemeester en wethouders. 2. De vraagstukken rond de democratisering. 3. Beleidsnota. 4. Regio- en gewesivorming. U zult begrijpen dat het in verband met de mij beschikbare tijd korte opmerkingen zullen zijn, die op gezette tijden misschien wat fragmen tarisch zullen klinken» Over één zaak wil het college van burgemeester en wethouders nu al niet het minste misverstand laten bestaan. Er zijn nl. bij deze algeme ne beschouwingen door de fractie van D'66 opmerkingen gemaakt, die voor het college en mogelijk ook voor uw raad volstrekt onaanvaard baar zijn. Ik, doel hierbij op de mededeling, die door de fractie van D'66 is gedaan in het kader van het Turfschip, nl. dat het werk van de raad en het college in de prullebak wordt gegooid, dat vrienden en relaties van het stadsbestuur het bestuur overnemen en dat de bur gers de onkosten zullen betalen. Over Bouvigne wordt door de fractie van D'66 gezegd; "dat is een on aangename, slepende zaak, maar opnieuw zijn vrienden en relaties van het stadsbestuur te hulp gekomen en na regeling van alle onkosten wordt Bouvigne aan het waterschap verkocht". Dat zijn twee zaken, dames en heren, die overigens door de gemeente raad zijn beslist. Een en ander moet dan nog geplaatst worden bij de opmerking dat men met een groep mensen die men niet kan vertrou wen eigenlijk geen gesprek kan voeren. Ik. wil u namens het voltallige college hietbij graag mededelen dat deze opmerkingen als een grove, onjuiste insinuatie worden ervaren» Het college is met deze instelling van de fractie van D'66 niet in staat en bereid met deze fractie in re delijke discussie te treden. Ik ga thans over tot de behandeling van de onderwerpen die in uw al gemene beschouwingen aan de orde zijn gekomen. Ik geloof dat het. goed is om even stil te staan bij de kwestie van het functioneren van de raad en het college van burgemeester en wethouders. Het is mijns inziens juist om iets te zeggen over de bestuurlijke en controlerende taak van het college, die in de afgelopen jaren naar mijn mening dui delijk een verschuiving heeft ondergaan. Natuurlijk moet het college

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1216