1217
21 NOVEMBER 1972
van burgemeester en wethouders gecontroleerd worden, maar ik geloof
dar gezien de intentie en de opzet die door het college en de raad
zelf herhaaldelijk is bepleit juist die bestuurlijke kant extra aandacht
moet krijgen en in de toekomst ongetwijfeld nog meer zal krijgen. Er
zijn over het functioneren van de raad opmerkingen gemaakt, die niet
alleen het vermelden waard zijn, maar die toch ook nadere overweging
verdienen. Ik denk hierbij in de eerste plaats aan de enorme taakuitbrei
ding voor het raadslid. Men kan nauwelijks meer van een nevenfunctie
spreken; aldus enkele raadsleden. Ik wil dat graag onderschrijven. Het
is ook de bedoeling van het college van burgemeester en wethouders
dat alle hulp die het raadslid kan worden verstrekt om zijn taak te ver
lichten moet worden aangegrepen. Er is gesproken over fractie-assistentie.
Dat punt is al aan de orde in de commissie algemene zaken en ik geloof
dat die kwestie in die commissie nog eens heel speciaal zal moeten wor
den besproken. Verschillende raadsleden hebben gesproken over de instel
ling van de commissies ex art. 62.2 van de gemeentewet; deze commis
sies zullen een heel belangrijke wijziging in de taak van de raad kunnen
teweegbrengen. De raadsleden zullen over allerlei zaken vooraf worden
geïnformeerd en zij zullen over deze zaken een oordeel kunnen geven.
Mijns inziens kan dat een belangrijke wijziging in de werkwijze van
de raad inhouden.
Het college is naar mijn mening met betrekking tot het geven van in
formatie aan de raad tot nu toe, gezien ook de behandeling in de com
missie algemene zaken, heel duidelijk geweest. Wij zullen het geven
van die informatie sterk uitbreiden: een en ander moet echter wel aan
spelregels gebonden blijven. Bij een eerdere gelegenheid is al gezegd
dat enige selectie wel van betekenis is. Ik heb ook nu weer gehoord
dat men steen en been klaagt over de grote hoeveelheid papieren die
men krijgt toegezonden. Een uitgebreidere informatie zou tot die pa
piervervuiling nog kunnen bijdragen. Hoe het ook zij, het college wil
er graag aan meewerken om u op zeer korte termijn alle informatie te
verstrekken die voor een juiste besluitvorming van belang is.
Er is verder gesproken over het functioneren van de raad. Ik zou dat
willen onderbrengen bij het begrip vergadermethodiek. Ik meen dat
de ervaring die wij in de afgelopen maanden hebben opgedaan er aan
leiding toe geeft ons daarop te bezinnen; het college doet dat ook vrij
regelmatig. Ik vind dat dit een aangelegenheid is die duidelijk van
twee kanten moet worden bezien. Het college heeft daarbij een zeer
duidelijke raak; het moet naar mijn opvatting zorgen voor duidelijke,
concrete voorstellen, die ook leesbaar zijn en blijven; u moet tijdig
bij de voorbereiding worden betrokken, zodat u duidelijk weet waar
over het gaat. Bovendien moet de lengte van de agenda in ieder geval
zodanig zijn dar het een werkbare zaak blijft.
De raad zou mijns inziens mogen worden gevraagd zo kort en zo concreet
mogelijk op de voorstellen in te gaan en te pogen niet in herhalingen
te treden. Ik heb er overigens alle begrip voor dat bepaalde dingen in
het openbaar gezegd moeten worden. Ik geloof dat u dat tegenover uw
kiezers ook verplicht bent. Verder mag in dit verband misschien het
tribune-effect worden genoemd, maar nogmaals, ik heb er alle respect
voor en ik geloof dat het zeker nodig is.
Verhouding van de raad tot het college
Enkele keren is gesproken over het wantrouwen dat de raad in het college
heeft. Dit college gaat er tot de dag van vandaag vanuit dat het het
vertrouwen van de raad heeft. Mocht dat niet zo zijn dan moet u dat
zeggen. Het college is een afspiegelingscollege. U heeft het zelf ge
kozen; de politieke samenstelling van het college is uw werk.