21 NOVEMBER 1972.
1220
men die ook. zou willen bespoedigen, met beide benen op de grond moet
blijven staan. Dat betekent dat men o„ a. rekening heeft te houden met
een ontwikkeling die zich westelijk van onze gemeente voltrekt. Ik wil
over de regio- en gewestvorming nog een tweetal opmerkingen maken.
Wij moeten ons ervan bewust zijn dat wij in de regio Breda met een uit
zonderlijk lichte regeling werken. Er zal nog veel bereikt moeten worden
met betrekking tot de bereidheid van de gemeenten om taken af te staan;
zodra de wetgeving er is zal dat wellicht ook gaan betekenen dat ook de
provincie taken moet gaan afstaan. Dat is een mentaliteitskwestie en er
is ten aanzien hiervan een onderzoek gaande, maar op dit moment kun
nen wij hierover nog geen uitsluitsel geven. Het staat helaas vast dat er
toch nog vele gemeenten zijn die zo nauw bij hun eigen belangen be
trokken zijn - uit historisch oogpunt natuurlijk wel begrijpelijk - dat dat
de regio- en gewestvorming niet in de hand werkt.
Verder meen ik dat het enorm belangrijk is dat er een wettelijk kader
komt, want zoals vanavond ook al is opgemerkt zal het zonder een
wettelijk kader niet zo eenvoudig zijn om de omvang van de gewesten
vast te stellen en de financiële kant van de zaak op te lossen.
Wij hebben financiën gevraagd van rijk en provincie; dergelijke zaken
zullen echter bepaald in een wettelijk kader geregeld moeten worden.
Gemeenschappelijke regelingen.
In ons land zijn als ik. het wel heb ca. 1500 gemeenschappelijke rege
lingen, terwijl er in onze omgeving minstens enkele tientallen zijn,
variërend van een gemeenschappelijke regeling voor Moerdijk tot en
met een gemeenschappelijke regeling voor rijwielpaden en alles wat
daartussen ligt.. In ieder geval zijn er meer dan genoeg. Het gaat bij
de gemeenschappelijke regelingen, zeker bij de regelingen die ik zo
juist heb genoemd, om de behartiging van een zeer speciaal belang.
De gemeente is daarbij deelneemster en heeft vanuit dat deelnemen het
recht om b. v. bestuursleden aan te wijzen. Waarop komt dat nu neer?
Er wordt een taak overgedragen. De regeling zelf, die in uw raad wordt
vastgesteld, bepaalt de spelregels. Deze komen meestal alleen maar
neer op het afleggen van verantwoording met betrekking tot de begro
ting, rekening, jaarverslag; ook ontwerp-verordeningen komen in de
raad. Verder gaat het mijns inziens op het ogenblik niet. Op de vraag
of een raadslid of lid van het college van burgemeester en wethouders
vanuit zijn functie met betrekking tot welke gemeenschappelijke rege
ling dan ook hier verantwoording kan afleggen voor de op grond van die
afgedragen taak gevoerde acties moet ik antwoorden dat dat mij op zijn
zachtst gezegd met eenvoudig lijkt en op dit moment zelfs nagenoeg
onuitvoerbaar voorkomt. Ik. geloof wel dat de raad verslagen, begrotin
gen enz. moet krijgen; het afleggen van verantwoording is mijns inziens
echter, gezien de structuur die wij op het ogenblik ten aanzien van de
gemeenschappelijke regeling kennen, niet te regelen.
Beleidsnota.
Het college van burgemeester en wethouders erkent volledig de nood
zaak van een beleidsvisie ten aanzien van de stad Breda en de daaruit
voortvloeiende beleidsplannen en de relaties met de begroting. Ik wil
daarbij opmerken dat het college in het afgelopen jaar herhaaldelijk
met de topambtenaren in onze gemeente overleg heeft gepleegd over
de wijze waarop dat zou moeten gebeuren. Ik moet u eerlijk bekennen
dat gebleken is dat wij er aan de hand van de tot nu toe gevolgde methode