1229
21 NOVEMBER 1972
uitgebracht, waaruit de raad kan zien hoe het daarbij met de sportac
commodatie gesteld is. Ik meen dat. ik daarop dus niet verder behoef
in te gaan.
Ten aanzien van het vormingswerk en het voortgezet onderwijs wordt
nu een inventarisatie gemaakt. Begin 1973 zullen wij moeten bekijken
in hoeverre de gemeentelijke sportaccommodaties voot deze soorten van
onderwijs kunnen worden aangewend.
Ik meen dat ik de meeste vragenstellers hiermede wel beantwoord heb,
maar het is mogelijk dat ik nog iets over het hoofd heb gezien.
Wethouder DE RAAFF: U zult net als ik wel de ervaring hebben dat
bij uw thuiskomst speciaal de kleine kinderen u de grappige belevenissen
van die dag willen vertellen. Laat u merken dat u het verhaal grappig
vindt, dan hoort u enkele dagen achter elkaar hetzelfde verhaal. Ik heb
dan ook de gewoonte mijn kinderen, althans de kleinere, erop te wijzen
dat een mop maar één keer leuk is. Ik ga dan ook niet hetzelfde zeggen
als ik vorig jaar in het begin van mijn betoog heb gedaan, alhoewel de
omstandigheden en het tijdstip exact dezelfde zijn. Ik heb toen een
stelling uit de psychologie verkondigd, waarom velen hartelijk gelachen
hebben, maar die wel waarheid bevatte. Het heeft niet tot. gevolgen
geleid; er wordt op hetzelfde stramien voortgewerkt. Het was één van de
vele nieuwe visies, die, om mevrouw Stockmann te citeren, te weinig
hebben doorgewerkt. Mijn conclusie is dan ook dat men iemand niet
kan motiveren door slechts eenmaal iets te zeggen en dat men wanneer
men iets wil bereiken daarop zal moeten blijven hameren. Dat is dan
ook de basis-filosofie van ons jeugdtandzorgplan, waaraan mevrouw
Stockmann ook enkele passages heeft gewijd. Zij heeft gezegd dat de
raad lange tijd op dit voorstel heeft gewacht. Dat is inderdaad waar,
maar de oorzaak hiervan moet worden gezocht in het feit dat wij een
alternatieve aanpak nastreefden. Wij wilden nu eens iets anders dan
Rotterdam, Amsterdam of Utrecht. Wij wilden de preventie primair
stellen en het curatieve secundair. Een en ander was gebaseerd op de
uitkomsten van een onderzoek dat in de jaren 1964 t/m 1966 heeft
plaatsgevonden; deze uitkomsten zijn in rapporten vastgelegd. Juist
uit die rapporten bleek nl. hoe hopeloos en uitzichtloos het curatieve
werk was; het tandbederf nam eerder toe dan af. Wij hebben dan ook
lange tijd naar andere wegen gezocht en zijn van mening dat de pre
ventie voorrang moet hebben. Die preventie houdt dan voornamelijk een
intensieve, steeds herhaalde voorlichting vanaf den beginne in, In de
beantwoording van de vragen is al naai voren gekomen dat wij spreken
van het nuljarenplan. Wij willen dus beginnen bij de baby en zelfs al
bij de zwangere vrouw. Ik merk dat men daarom lacht, maar het is nog
niet zo gek wat ik zeg, want het is gebleken dat de mond van de baby
juist in die eerste fase van de zwangerschap al wordt besmet. De des
kundigen hebben dan ook uitgemaakt dat ook de zwangere vrouw moet
woiden behandeld en de ziekenfondsen zijn bereid gevonden om het
gebit van de zwangere vrouw gratis te deen saneren. Dat betekent niet
dat de behandeling minder aandacht krijgt; men zal zich echter kunnen
voorstellen dat de behandeling zelf, in het streven naar het voorkomen
van de ziekte, kwantitatief gezien minder omvangrijk zal zijn. Wij
willen dus starten met de voorlichting. Na enkele jaren zal natuurlijk
toch wel blijken dat de preventie niet perfect is geweest en dat er toch
nog behandeling nodig is, maar wij hopen dat die behandeling dan in
mindere mate nodig zal zijn. Mevrouw Stockmann heeft ook nog ge
vraagd of er studie is gemaakt van de fluoridering. Ik meen dat het in