1231 21 NOVEMBER 1972 voor maatschappelijke dienstverlening. Zou dat lukken dan is zeer veel overleg dat nu nodig lijkt verder overbodig. Deze laatste weg lijkt mij de meest verkieslijke. Ik ben nl, van mening dat de eerste weg leidt tot zelfverdediging, zelfbevestiging en een te grote vrijblijvendheid. Ik 'had ook de hoop dat de tweede weg sneller resultaat zou opleveren, In Amstelveen is men erin geslaagd één centraal instituut voor maat schappelijke dienstverlening te formeren; men heeft er wel tien jaar voor nodig gehad. Ik geloof niet dat het in Dreda zo lang zal gaan duren. Wel is zeker dat de vele gesprekken die nodig zijn om tot die herstruc turering te komen van de wethouder teveel tijd vergen. Hij kan dat naast zijn andere taken er niet zomaar even bij doen. Ik zou dus wil len weten of een speciale samenwerkingsfunctionaris, c, q„ ontwikke lingsbureau hierbij diensten zou kunnen bewijzen. Het college is dan ook accoord gegaan met de instelling van een werkgroep, die op kor te termijn - in verband met het verrichte voorwerk denken wij aan een termijn van drie maanden vanaf heden - advies zal kunnen uitbrengen over de wenselijkheid en de mogelijkheid ten aanzien van de zogenoem de samenwerkingsfunctie of ontwikkelingsfunctie, waarbij de structuur vorm en de concrete taakaanduiding zullen moeten worden aangegeven. Het gaat erom dat een en ander goed wordt opgezet, zonder al teveel vaagheden en ijdele hoop, Het zou verspilde energie zijn om zo'n functionaris aan te stellen en te laten werken, om daarna tot de con clusie te komen dat het, omdat het hierbij merendeels om niet-afdwing- bare zaken gaat, toch niet lukt. Ik wil nu een enkele opmerking maken over de bejaardenpas. In de raadsafdeling voor verkeer en vervoer is over deze materie gesproken, In de afdeling sociale zaken heeft dit punt wel op de agenda gestaan, maar bij gebrek aan tijd hebben wij hierover niet kunnen discussiëren. Ik heb begrepen dat de heer Sandberg een motie zal indienen met betrekking tot reductie op het openbaar vervoer. De heer Kroon en de heer Jansen hebben in ruimere zin over de bejaardenpas gesproken. Zij willen uit gebreidere faciliteiten ten aanzien van de bejaardenpas. De heer Ame rica heeft meen ik vorig jaar of twee jaar geleden over deze zaak al vragen gesteld. Het college heeft in het verlenen van een bejaardenpas steeds iets dis - criminerends gezien. Dit slaat niet op de bejaarden, die dat uiteraard niet als een discriminatie voejen, maar wel op allerlei andere maat schappelijke groeperingen. Ik denk hierbij aan weduwen, verlaten vrouwen en gehandicapten, die ook vaak geen ruime financiële midde len hebben. Er moet voor het verlenen van een bejaardenpas een speci fieke reden zijn, Wij hebben daarover zitten nadenken en wij zijn tot de conclusie gekomen dat een goede reden zou zijn het bewijzen van hulde aan de bejaarden, die voor ons hebben gewerkt, van welk werk wij nu de vruchten plukken. Wij hebben dus als college geen bezwaren meer tegen een bejaardenpas, maar geldkostende moties - ik heb be grepen dat er tijdens deze begrotingsbehandeling nog meer moties zul len worden ingediend - moeten wel op een rijtje worden gezet, opdat kan worden afgewogen welke moties kunnen worden uitgevoerd als er geld voor is aangewezen. Dit laatste is op dir moment nog niet het geval en wij zien aan de. hand van de thans voorliggende begroting nog geen dekking voor de. desbetreffende uitgaven. Het is overigens nog wel de vraag of in het kader van een geïntegreerd bejaardenbeleid - de term is van de heer Jansen - de reductie op het openbaar vervoer de eerste prioriteit moet hebben. Ik ben het overigens met de heren Kroon en Jansen wel eens dat een eventueel in te voeren bejaardenpas meer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1231