1233
21 NOVEMBER 1972
ook tegenover andere rapporten die in den lande zijn verschenen. Wij
kunnen dan komen tot een benadering, die aanleiding zal kunnen geven
tot beleidsvoornemens die door raad en college zullen worden geformu
leerd. De raad heeft kunnen bemerken dat wij daaraan werken. Wij
hebben over het rapport een bespreking gevoerd met een aantal gemeen
telijke diensten en geïnteresseerde en belanghebbende groeperingen uit
onze stad. waarbij wij met elkaar hebben afgesproken dat iedere dienst
en groepering vóór het eind van het jaar zijn, resp. haar conclusies uit
het rapport op schrift zal stellen en het college op die manier daarvan in
kennis zal stellen. Wij kunnen dan begin volgend jaar het rapport van
de sociografische dienst en de zojuist genoemde conclusies aan de raad
ter bespreking voorleggen.
De heer Crul heeft in zijn algemene, beschouwingen aandacht besteed
aan methodieken voor het uitgeven van gronden. Hij heeft daarbij ge
steld dat de methode van verkoop in Breda gebruikelijk is en heeft ge
vraagd of de raad van het college een nota mag tegemoetzien, waarin
ook aan andere methodieken, met name erfpacht, aandacht wordt ge
schonken. Ik. meen dat ik hierop niet concreet behoef in te gaan. De
heer Crul heeft om een nota gevraagd; ik mag erop wijzen dat in 1965
de toenmalige fractievoorzitter van de P. v.d. A. dezelfde vraag heeft
gesteld. Deze nota is daarop geproduceerd en gepubliceerd en is uitvoe
rig in de raadsafdeling en in de raad besproken. Wij hebben het stuk dus
voorhanden. Het, verzoek van de heer Crul komt niet. uit een vreemde
richting. Ik wil voorstellen deze nota, die. wellicht enigszins geactuali
seerd kan worden - ik meen zelfs dat dat met nodig is - opnieuw op de
agenda voor de vergadering van de afdeling openbare werken te zetten.
De heer Sandberg heeft in zijn algemene beschouwingen te kennen ge
geven wat moeite te hebben met de gang van zaken ten aanzien van
de afdeling verkeer en vervoer. Ik hoop dat de door hem gesignaleerde
frustratie van korte duur zal zijn. Tijdens de vorige begrotingsbeschou-
wingen is de afdeling verkeer en vervoer inderdaad wat abrupt tot stand
gekomen. Ik meen echter dat deze afdeling vanuit, haar eigen functio
neren heeft geconstateerd - de voorzitter van deze afdeling heeft daar
aan naar mijn mening volop meegedaan - dat de taakstelling van deze
afdeling, gegrond op de considerans die de toenmalige fractie van de
V.V.D. ertoe heeft bewogen om de instelling van deze raadsafdeling
te vragen, nl. het zich duidelijk bezighouden met de zeer belangrijke
verkeers- en vervoersproblemen in Breda, beter verwezenlijkt kan wor
den in de commissies van advies en bijstand, die tot ons groot genoegen
tot stand zijn gekomen. Wij kunnen nu in de adviessfeer op voorhand
belangrijke zaken, zoals rapportages e. d„ bespreken. Het verdriet mij
enigszins dat. de heer Sandberg zo pertinent over frustratie heeft gespro
ken, maar dat hangt natuurlijk nauw samen met de aard van een stel
ling. Jk meen dat de openbare bespreking die de afdeling voor verkeer en
vervoer met de directie van de B. B. A. heeft gehad een goed voorbeeld
is geweest van de manier waarop overleg moet plaatsvinden, De letters
B. B. A. zijn gevallen en ik moet zeggen dat, nu collega De Raaff na
mens het college ten aanzien van de bejaarden het sein op veilig heeft
gesteld, een aantal andere mensen met de gebakken peren zitten. Wet
houder De Raaff heeft terecht gezegd dat. er ten aanzien van her invoe
ren van een bejaardentarief voor het openbaar vervoer binnen de niet-
rek.bare, maar toch sluitende begroting naar oplossingen zal moeten
worden gezocht. Ik meen dat het hierbij gaat om een bedrag van
16. 000, -- tot f 20. 000, -- en wij zullen in de begroting hiervoor
dan een gaatje moeten vinden.