21 NOVEMBER 1972
1240
uit naar voren komt dat de Bredase binnenstad als één van de voortref
felijkste binnensteden van Nederland mag worden beschouwd. Laten
wij zo'n artikel dan ook maar even in gedachten houden. Het is echter
duidelrjk dat de zaak vanuit verschillende invalshoeken wordt benaderd.
Waarmee zijn wij bezig? Wij zijn met de werkgroep binnenstad bezig.
He<: eerste rapport, dat betrekking heeft op de externe functiebepaling van
Breda, hadden wij nodig, omdat de relatie van Breda tot het gewest in
vloed uitoefent op de binnenstad. De inventarisatie van alles wat bin
nen Breda te vinden is, die in de tweede fase heeft plaatsgevonden,
hadden wij nodig om de toekomstige richting te kunnen bepalen. Op
het ogenblik is nagenoeg gereed een schets van een viertal modellen,
waaruit raad, college en anderen kunnen kiezen; daarbij wordt een
integratiemodel verstrekt, omdat het uiteraard nooit mogelijk is om
voor één van de modellen sec te kiezen. Ik kan de raad nu namens het
college mededelen dat er op 1 februari 1973 's avonds om 7 uur een
informatieve raadsvergadering zal worden gehouden. Daarbij zal de
raad wo-den geconfronteerd met het werk van de werkgroep en uiter
aard met al diegenen die in de werkgroep en stuurgroep zitting hebben.
Tenslotte wil ik toch zeggen dat er waarachtig wel iets aan de binnen
stad is gedaan en wordt gedaan. Ik mag dan verwijzen naar onze pogin
gen ren aanzien van de Grote Markt, hoe spijtig de heer Sandberg een
en ander ook vindt. Verder zijn wij niet voor niets bezig met onderhan
delingen over een eventuele vestiging van de Bijenkorf. Wij zijn er ge
lukkig mee dat het plan Koegenboeg kan worden gerealiseerd als de
raad in zijn december-vergadering accoord gaat met een aantal voor
stellen ter zake. Wij zijn voorts begonnen met het proefobject stede
lijke ruilverkaveling en met het overleg met de militaire overheid over
de verwerving van militaire terreinen. Wij praten in een commissie uit
de raad en het ambtelijk apparaat over de huisvesting van het gemeen
telijk apparaat, waarbij met name ook het alternatief van een uitbouw
van het stadhuis achter de gevels van de Catharinastraat aan de orde
komt. Tenslotte zijn wij last but not least bezig met de renovaties en
opknapbeurten, teneinde het bestaande woningbestand, met name in
dè Gerardus Majellawijk, te handhaven.
Voorzitter, ik maak mijn excuses voor de tijdoverschrijding.
Wethouder MANS: De heer Sandberg nodigt het college uit om nu
eens man en paard te noemen. Ik heb de indruk dat er iets weggevallen
is en dat wijt ik met aan de typiste. Het lijkt erop dat hij wil zeggen
- en eigenlijk doet hij dat ook - dat het college nu maar eens Maas en
paard moet noemen. Ik weet niet waar ik dan met dat paard moet blij
ven, maar dat zal wel onder het hoofdstuk cultuur vallen. Mocht dat
laatste niet het geval zijn dan kunnen de heer Sandberg en ik er mis
schien nog eens over praten in de gezellige sfeer van de koffiekamer van
de Stadsschouwburg»
Cultuur
Tijdens de algemene beschouwingen zijn mij twee dingen opgevallen.
Sprekende over cultuur stipt met name de V. V. D. -fractie allerlei za
ken aan die binnen mijn portefeuille vallen en die niet rechtstreeks te
maken hebben met het mogelijk enge begrip cultuur. Ik ben er overi
gens van overtuigd dat de culturele raad erg gelukkig zal zijn met de
ruime opvattingen, die de heer Sandberg vanavond heeft geëtaleerd.
In de tweede plaats moet ik stellen dat ik in de grond van mijn hart
eigenlijk verschrikkelijk blij ben met de wat hoekige opmerkingen
- overigens ook als zodanig aangedragen - van de kant van de heer