1259 23 NOVEMBER 1972 in de gegeven omstandigheden ook financieel niet uitvoerbaar is; u weet dat ik een heftig tegenstander van fluoridering ben - en dat uw college zich thans op het standpunt stelt dat eventueel fluortabletten ter beschikking kunnen worden gesteld, iets waaraan de ziekenfondsen willen meewerken. Dit is een totaal andere zaak en ik kan daar dan ook volkomen achter staan, want in dit geval behoeven niet alle mensen ge dwongen fluor tot zich te nemen omdat een gedeelte van de bevolking dit medicijn nodig heeft. Met betrekking tot de personeelsstop heeft hij gezegd dat hij de vriendelijke terechtwijziging accepteert. Dat is natuurlijk wel aardig en ik ben er ook van overtuigd dat het door ons voorgestelde overleg inder daad zal worden gevoerd, maar wij hopen wel dat er ten aanzien van deze zaak bij het personeel geen onzekerheid zal blijven bestaan. Over de bejaardenpas heeft de heer Sandberg weer het een en ander gezegd. Van de zijde van uw college is opgemerkt dat hiervoor een dekking nodig zal zijn. Ik heb u het voorbeeld genoemd van Rot terdam, waar binnen twee weken 70% van de 108. 000 aangeschreven Rotterdammers van de zogenaamde fotopas gebruik ging maken. Dui delijk is dar de bejaardenpas wat de reductie op her. openbaar vervoer betreft ongeveer 15, 000, -- zal kosten. Er zijn in Breda 13. 000 be jaarden. Wanneer nu 50% een bejaardenpas voor 3, 50 in plaats van voor 4, 50 koopt, zou daar een opbrengst van 22. 750,--tegenover staan. Ik geloof dat de dekking hiervoor op een of andere wijze wel is te vinden, zeker als deze pas op grote schaal zou worden verstrekt en hij bijvoorbeeld ook korting geeft bij een bezoek aan musea, zwem baden, schouwburgen, tentoonstellingen, bibliotheken, stadsrondritten en wat dies meer zij. Naar mijn mening zal de bejaardenpas een be langrijke zaak blijken. In Rotterdam is gebleken dat ook particuliere bedrijven zich hierbij aansluiten. Dan kom ik nu toe aan het antwoord van wethouder Van Dun, ik hoop althans dat ik nog even tijd heb. De VOORZITTER: Eigenlijk niet.' De heer KROON: De paar opmerkingen die ik nog wilde maken, zal ik zo kort mogelijk houden. Op de renovatie zal ik bij de behandeling van het desbetreffende hoofdstuk terugkomen. De kwestie van de Haagse Beemden heeft de wethouder zeer uit voerig behandeld. Met hem zijn wij van mening dat deze zaak ook in overleg met de omliggende gemeenten zal moeten worden gespeeld. Hetgeen hij daarover heeft gezegd, achten wij volkomen juist, name lijk dat het noodzakelijk is dat een structuurplan in overleg met de re gio en, zo nodig, in bilateraal overleg tot stand komt. Over het antwoord van de heer Mans zou ik slechts één korte op merking willen maken en dat is dat inspraak inderdaad erg veel tijd kost. Mijn fractiegenoot zal op enkele ondergeschikte punten nog te rugkomen bij de hoofdstuksgewijze behandeling. De heer Van Graafeiland heeft toegegeven dat een actief acqui sitiebeleid voor de vestiging van industrie noodzakelijk is, en hij heeft gezegd dat het werk van zijn bureau daarop gericht zal zijn. Evenals wij zorg hadden om de uitbreiding van de industrieën met het oog op het tekort aan grond, acht hij het noodzakelijk dat de industriegrond in de Haagse Beemden op zo kort mogelijke tijd in gebruik genomen gaat worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1259