1263
23 NOVEMBER 1972
Froger waren ondertekend door de heren Froger en Von Schmid, Dat
betekent dat ik het vertrouwen in het college niet opzeg en niet tegen
de gehele begroting zal stemmen.
De VOORZITTER: De kaarten zijn nu duidelijk. De heer America
heeft gevraagd om een schorsing van vijf minuten, maar ik maak die
schorsing wat langer, omdat het college van burgemeester en wethou
ders waarschijnlijk ook behoefte heeft aan enig beraad.
SCHORSING
De VOORZITTER: De vergadering is heropend.
Ik neem aan dat er behoefte is aan het afleggen van nog enkele
verklaringen ter afsluiting van de tweede termijn. Indien dat het geval
is, wordt daartoe nu de gelegenheid geboden.
De heer AMERICA: Ik zit eigenlijk met een technische vraag.
Is het college bereid eerst te antwoorden en bent u bereid daarna nog
gelegenheid te geven tot het maken van enkele kanttekeningen?
De VOORZITTER: Ik zal namens het college antwoorden, maar
ik geloof dat het goed is dar u zich eerst volledig uitspreekt. Dat ligt
voor de hand, want daartoe is deze termijn ingesteld.
De heer AMERICA: Ik. moet dat bijzonder betreuren, want door de
vergaderorde verplicht u ons mee te gaan doen aan het escalatieproces.
Derhalve vraag ik dringend dat het college zich toch eerst verklaart,
waardoor misschien een verdere discussie en escalatie kunnen worden
voorkomen. De meest essentiële vraag is: Wat heeft het college nu
precies bedoeld? In de tekst staat dat het college niet bereid en in
staat is nog langer met de fractie van D'66 in discussie te treden. Naar
mijn mening hebt u dat dinsdagavond waargemaakt door op geen enke
le wijze in te gaan op de vragen die door de fractie van D'66 zijn ge
steld. Als u denkt dat u in de komende periode vóór de volgende raads
verkiezingen kunt doen alsof D'66 niet bestaat, is dat natuurlijk vol
strekt onmogelijk, Mocht u iets totaal anders bedoeld hebben en, zoals
enkele K. V. P. -ers menen, bedoeld hebben dat u alleen niet op de twee
betrokken punten wenst in te gaan, namelijk het Turfschip en de Bou-
vigne-affaire, dan komt daarmee de kwestie heel anders te liggen. Ik
zou mij daarom aan de vraagstelling willen houden en aan de leden
zélf willen overlaten of zij na uw verklaring nog iets naar voren wil
len brengen.
De VOORZITTER: Ik geloof dat het verstandig is de discussie die in
tweede termijn heeft plaatsgevonden hiermede af te sluiten en nu, zoals te
doen gebruikelijk is, over te gaan tot de beantwoording door het college.
U zult dan vanzelf bemerken welke de reactie van het college is op al
les wat is gezegd. U weet dat de orde van deze vergadering het moge
lijk maakt opnieuw schorsing te vragen, hoewel ik uiteraard hoop dat
dit niet het geval zal zijn, waarna de raad zelf kan beslissen of hij
een ordevoorstel tot behandeling wil verheffen.
Na deze applicatie geloof ik dat het juist is dat er nu door het
college geantwoord wordt. Betreffende de orde wil ik u graag zeggen
dat ik. namens het college direct een verklaring zal afleggen naar aan
leiding van hetgeen zich heeft afgespeeld. Ik stel u voor daarna over