123 17 FEBRUARI 1972 Vanzelfsprekend zijn daarvoor motieven aan te voeren, het spijt mij alleen dat het college die op dit moment niet ter tafel kan brengen. De politie heeft geen redenen gezien om afwijzend te adviseren, aldus de wethouder. Ik neem dat graag aan, maar het staat wel vast j dat er op die plaats tussen 1 en 25 januari vijf ongevallen hebben plaats gevonden. Zelfs op de avond dat wij hier spraken over dat benzinever kooppunt, op 20 januari, vonden er nog twee ongevallen plaats. Men zal begrijpen dat ik en degenen namens wie ik mede heb gesproken ons niet gelukkig voelen met deze gang van zaken. Wij zijn van mening dat het college niet juist heeft gehandeld. Voorlopig wil ik het hierbij laten, ik neem aan dat u straks nog het gevoelen van de raad wilt aftasten met betrekking tot dit preadvies. De heer DEES: Ik wil graag iets zeggen over de orde. Als ik het goed heb is de vergadering in eerste instantie geschorst en is wethouder Mans middenin een toezegging blijven steken. In de rust is echter de scheidsrechter vervangen, dus kan ik het u niet kwalijk nemen, mijn heer de voorzitter, maar ik zou u toch willen vragen de heer Mans te verzoeken zijn betoog in eerste instantie, dat aan mij was gericht, af te maken. De VOORZITTER: Als ik het wel heb is die schorsing samengevallen met de koffiepauze, al is natuurlijk ook de koffiepauze een schorsing. De heer Dees vraagt nu of de wethouder in staat is iets te vertellen over het resultaat van het overleg dat tijdens die schorsing heeft plaatsgevonden. Ik stel de heer Mans daartoe gaarne in de gelegenheid. 3 Wethouder MANS: Als u dat vraagt, mijnheer de voorzitter, moet ik natuurlijk wel. In antwoord aan de heer Dees moet ik zeggen dat het college zich met de wetenschap waarover het thans beschikt niet in redelijk heid kan binden aan een termijn van twee maanden. Ik zal ook zeggen waarom. Er is inzicht nodig in de feitelijke financiële situatie van N.A.C.er moeten adviezen komen van jeugd en sport en van finan ciën, er moet een afweging plaatsvinden in het college van dit probleem tegen andere zaken die in Breda aan de orde zijn, ook wat de geldsver- houding betreft. Een principeuitspraak zou inderdaad mogelijk zijn, maar naar de mening van het college zou die te voorbarig en te vrij blijvend zijn. Om die redenen willen wij liever geen termijn van twee maanden hanteren, sterker gezegd, wij wijzen die zelfs af, al wil dat natuurlijk niet zeggen dat er niet met spoed aan wordt gewerkt. De VOORZITTER: Dit was dus een aanvulling op de eerste ter mijn van het college. Wij vervolgen de tweede termijn van de raad. De heer DEES: Ik vind deze toezegging van de wethouder beslist niet voldoende. De kwestie van steunverlening aan het betaald voet bal is in Breda al aan de orde sinds 1966. Er is steeds op gestudeerd en tijdens die studie zijn de stukken altijd bij het college bekend ge weest. De wethouder heeft het nu over de financiële positie van N.A.C. j en dat zal ook wel kloppen, ik heb in de pauze ook gehoord dat er bin nenkort weer een nieuw accountantsrapport komt, maar er zijn toch ook accountantsrapporten van vorige jaren waarin een bepaalde trend te zien is. Daar komt nog bij dat N.A.C. in de periode 1966-1969, of 1967-1970 - laten wij niet op een jaar kijken - drie maal 25. 000, -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 123