17 FEBRUARI 1972 124 subsidie heeft ontvangen. Er zitten nu twee seizoenen tussen dat N. A.C. geen steun heeft gekregen en ik wil gewoon voorkomen dat N.A.C het volgend jaar weer dat risico loopt. Daarom wil ik een motie indienen, waarin het college wordt ge vraagd de raad zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op 17 april 1972 - ik ben eventueel genegen daar mei van te maken - in kennis te stellen van zijn opvattingen inzake het eindrapport van de studiecommissie subsidiëring betaald voetbal. Bij de begrotingsbehandeling heeft het college reeds meegedeeld dat het daarover een opvatting zal formuleren en dat die te zijner tijd aan de raad zou worden toegezonden, maar ik vind het te gek als dat zes, zeven of acht maanden of nog langer moet duren. Ik vind het na melijk bijzonder belangrijk dat in deze gemeenteraad de conclusies van de studiecommissie betaald voetbal aan de orde worden gesteld, met name om na te gaan of in de raad de politieke wil aanwezig is om N.A.C. te subsidiëren. Blijkt die politieke wil inderdaad aanwe zig te zijn dan kan het college daar de consequenties uit trekken en kan het kwantificeren hoeveel subsidie er gegeven moet worden en hoe die moet worden ingebouwd in de begroting voor 1973. Ik begrijp volkomen dat het college dat niet op zeer korte termijn klaar kan krij gen, maar ik wil wel voorkomen dat N.A.C. in de volgende begroting niet aan de orde komt. In zekere zin zie ik hier gelijke doelstellingen voor N.A.C. en voor de gemeente, want het handhaven van het be taalde voetbal, met name in de eredivisie, is van groot belang voor de passieve recreatie. Wij moeten erkennen dat de topsport in Breda stiefmoederlijk is bedeeld, zeker als wij het vergelijken met wat er in andere gemeenten wordt gedaan. Resumerend geloof ik dat het bij zonder belangrijk is voor het bestuur van N. A.C.wil het een toekomst gericht beleid kunnen voeren, dat aandacht wordt besteed aan de finan ciële situatie en de financiële planning op middellange termijn en dat alleen wanneer in deze raad de wil aanwezig is om daaraan mee te doen. De heer QUADEKKER: Mag ik de heer Dees bij interruptie vragen of hij sprak over de politieke of de positieve wil? De heer DEES: Voor de V.V.D. is dat precies hetzelfde.' De heer VAN BANNING: Mag ik ook even interrumperen? Behan delen wij nu het benzineverkooppunt of de subsidiëring van N.A.C. Anders wordt altijd strikt de hand gehouden aan de orde van de vergade ring, maar dat schijnt nu duidelijk niet de bedoeling te zijn.' De VOORZITTER: Het voorstel handelt over het benzineverkoop punt van N.A.C.maar dat heeft - ver voor dit moment trouwens - blijkbaar aanleiding gegeven over de hele subsidiëring van N.A.C. te spreken. Ik heb begrepen dat dat ook voor de pauze het geval is geweest. De heer VAN BANNING: Dat is inderdaad het geval en ik heb daar ook duidelijk bezwaar tegen gemaakt. Die bezwaren heb ik nog steeds. De heer AMERICA: Wanneer het college dit accepteert is het voor mij duidelijk dat het college bij het nemen van dit besluit over het ben zineverkooppunt buiten zijn boekje is gegaan. Er wordt nu duidelijk ge sproken over de subsidiëring van N.A.C. en als dat er bij betrokken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 124