1278
23 NOVEMBER 1972
Ik vind dat ook jammer; volgens mij had het wel gekund.
Het komt ons voor dat de klachten van de bewoners uit de reno-
vatiebuurten gegrond zijn. Een basisbedrag van 2.000,--, zoals door
hen is voorgesteld, zou een betere tegemoetkoming zijn in de gemaakte
onkosten. Zojuist hebt u nog een overzicht ontvangen van die kosten,
opgesteld door de bewoners van de Amstelstraat; alleen de materiaalkosten
zijn daarin opgenomen, terwijl arbeidsloon en verhuiskosten buiten be
schouwing zijn gelaten. Het ligt bovendien in de verwachting dat het
prijsindexcijfer voortdurend zal blijven stijgen. Voor 1972 wordt een
stijging van 8°Jo verwacht. Aangezien het hier om echt huishoudelijke
uitgaven gaat, zou het mijns inziens in de rede liggen dat bedrag te
verhogen met het prijsindexcijfer. Het valt eveneens te verwachten
dat de bijdrage aan de regeling vanwege het rijk verhoogd zal worden.
De minister heeft in zijn nota gesteld dat de huidige bijdrage van 80"/o
te laag wordt geacht, terwijl de bijdrage bovendien twee elementen
bevat: één voor de herinrichtingskosten en één voor gewenning aan
een verhoogde huur, waarvoor ook de "renovatie"-bewoners zullen
komen te staan. Vooruitlopend op een eventuele verhoging van de
zijde van het rijk, zouden wij u willen voorstellen in de eerste plaats
de gemeentelijke bijdrage zó ver op te trekken dat over het jaar 1972
met terugwerkende kracht een bedrag van 2. 000, -- wordt verstrekt
als tegemoetkoming aan de bewoners in de kosten, gepaard gaande
met krotopruimïng en woningverbetering. In de tweede plaats zou
vanaf 1 januari 1973 die bijdrage jaarlijks aangepast moeten worden
aan de stijging van het prijsindexcijfer van het afgelopen jaar. Voor
zover ik het heb kunnen uitrekenen, zal dit voor de begroting 1973
als consequentie hebben dat het totale bedrag vanwege de gemeente
met 211.000, verhoogd zou moeten worden; het geraamde bedrag
was 96. 000, De bedragen die in 1972 al uitgekeerd zijn, zouden
met terugwerkende kracht met een bedrag van 500, -- verhoogd moe
ten worden. Ik kan niet uitrekenen hoeveel dat de gemeente zou kos
ten, omdat ik niet weet hoeveel er al uitgekeerd is.
Als wij zouden overgaan tot het verhogen van de gemeentelijke
bijdrage, zou ik graag willen weten of het rijk, indien het tot een al
gehele verhoging zou overgaan, zijn bijdrage voor Breda niét zou ver
hogen.
Ik heb over deze materie een motie samengesteld. Ik hoop dat
de raadsleden er hun oordeel over willen geven.
De heer SPANIER: Misschien zal ik bij het bespreken van de
tweede Huisvestingsnota enigszins buiten de orde terecht komen. Mocht
dat zo zijn, dan verzoek ik u mij mijn gang te laten gaan. Bij het hoofdstuk
Volkshuisvesting zal ik hierop dan beslist niet meer terugkomen.
Nu wij wat ervaring hebben opgedaan met het renoveren van oude
woningen, kan geconstateerd worden dat het een goede zaak is, uit de
nood geboren en uit omstandigheden die wij wellicht liever anders had
den gezien. Daarbij doel ik op de onmogelijkheid om op een bepaald
moment voldoende en voldoend goedkope huizen te bouwen. Met de
renovatie zijn wij in elk geval ook toegekomen aan de wens van de
bewoners om niet weg te hoeven uit de hun vertrouwde buurt. Toch
mogen wij de ogen niet sluiten voor het feit dat wij hierdoor over een
aantal jaren met een groter aantal oude woningen zullen zitten dan nu
het geval is. De heer Van Merkom en mevrouw Stockmann hebben al
aandacht gevraagd voor de grote opknapbeurten van de naóorlogse wo
ningen; zij sluiten vrij aardig op elkaar aan.