1292 23 NOVEMBER 1972 verzending van berichten, waarin het ministeriële standpunt ten aanzien van de verhoogde huishuur is weergegeven, opgehouden". Nu heb ik hier een mededeling van de dienst openbare werken aan de bewoners van ge meentewoningen voor mij liggen, waarin wordt vastgesteld dat de huur- harmonisatie per 1 april 1972 bindend is verklaard. Hoe moet ik deze mededeling verstaan tegen de achtergrond van de door mij geciteerde zin? Verder wil ik nog een opmerking maken over het onderhoud en het preventieve onderhoud. Eigenlijk krijgen wij nu de rekening gepre senteerd voor het onvoldoende onderhouden van de woningen in het ver leden. De ontwikkeling van de laatste tien jaar heeft bewezen dat de visie te dien aanzien niet juist is geweest en op grond hiervan wordt nu tot renovatie overgegaan. Duidelijk is dat in de toekomst voor het be staande woningbestand een onderhoudsprogramma dient te worden op gesteld, opdat de veroudering nauwlettend kan worden gevolgd. Wan neer dit achterwege blijft, zal de verkrotting verder gaan en,£aLde wijk in aanzien steeds verder achteruit gaan. f %nO$bi>* CU (Wc/vvw, Ten aanzien van krotopruiming zou ik de wethouder willen vra gen hierbij ook te denken aan de mogelijkheid tot herbouw ter plaatse, vooral daar waar voor de vrijgekomen grond nog geen andere bestem- ming aanwezig is; ik denk hierbij bijvoorbeeld aan de Middellaan. Het gaat mij in dit opzicht niet om de herbouw van hele rijen woningen, doch om de herbouw van enkele woningen. Hierdoor zou de aantrekke lijkheid van de gevarieerde bouw kunnen worden behouden. De heer SPANJER: Op enkele punten van het antwoord van de wethouder wil ik nog even ingaan. Hij heeft mij blijkbaar toch niet helemaal gevolgd toen ik het had over de maatschappelijke begelei ding van de renovatie. Ik heb beslist niet bedoeld të zeggen dat wij daarover niet te spreken zijn, doch daarentegen alleen willen zeggen dat een en ander voor het vormen van een oordeel te weinig uit de verf is gekomen. Hiermee heb ik helemaal niet willen zeggen dat de verhouding met de burgers niet goed is. Als hij zegt dat zij goed is, accepteer ik dat. Het gaat mij evenwel om de doelmatigheid van de begeleiding en daarmee hebben wij nog te weinig ervaring kunnen op doen om erover te kunnen oordelen. Verder wil ik hem zeggen dat ik het woord "Emerput" met opzet niet heb gebruikt, omdat het mij in feite niet alleen om de Emerput gaat. Ik heb slechts bedoeld te betogen dat wij het toeval een handje moeten helpen. De Emerput is daarvoor een goed voorbeeld: hij is niet ontstaan omdat wij ergens een industrieterrein gingen aanleggen of omdat wij ergens een viswater nodig hadden. Als dan, zoals nu, de ontstane situatie min of meer in strijd is met het bestemmingsplan, vind ik dat moet wor den overwogen of het bestemmingsplan niet moet worden gewijzigd en de nieuwe ontwikkeling moet worden geaccepteerd. Tenslotte wordt een bestemmingsplan ook gewijzigd als blijkt dat het tracé van een weg beter kan worden verlegd, met alle gevolgen van dien. Op het punt van de volkstuinen zit de wethouder er volgens mij he lemaal naast. De overdracht van een stuk groenzöne aan bewoners heb ik in het geheel niet genoemd. Wat ik bedoelde, gaat veel verder. Als ik spreek over volkstuinen, bedoel ik geen stukjes openbaar groen naast de huizen, maar echte volkstuinen. Ik heb vele argumenten om ervoor te pleiten dat deze in de toekomst gewoon in de stadsbebouwing worden opgenomen. Voor het noemen van mijn argumenten en denkbeelden is de tijd nu wat te kort, maar ik wil de wethouder graag toezeggen dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1292