1301 23 NOVEMBER 1972 van de vuilbank zijn ons bekend. De directeur van het vervoerbedrijf heeft in dit opzicht alle wind in de zeilen; hij is belast met de coördi natie van allé initiatieven die in dit kader in gemeentelijk verband worden genomen. De uitbreiding van het containersysteem is een zaak die qua tem porisering ook aan andere aspecten is gebonden. Het is niet mogelijk dit systeem zonder meer op alle mogelijke momenten uit te breiden. Men heeft daarbij te maken met een aanpassing van het wagenpark, met het beschikbaar zijn van personeel en met een natuurlijke afvloei ing daarvan. Dat zijn aspecten die met het containersysteem verband houden. Nog een ander aspect is dat het in sommige delen van de stad om esthetische redenen niet verantwoord is het containersysteem door te voeren. Overigens delen wij de mening dat waar mogelijk dit systeem moet worden toegepast omdat, hoewel het niet kostenverlagend werkt, het de efficiency van het geheel verhoogt, mede omdat het leidt tot een uniformer aanpak van het vuilophaalwezen. Derhalve is dit in het kader van een efficiënte bedrijfsvoering van groot belang. Het is ons bekend dat op zaterdagen wordt geveegd en huisvuil wordt opgehaald. Men kan trouwens niet bij voorbaat zeggen dat dit om economische redenen inefficiënt is. Om twee redenen zou het wel eens van belang kunnen zijn dat deze activiteiten op zaterdagen wor den voortgezet. In de eerste plaats is voor mij vooralsnog de vraag in hoeverre dit bij het personeel op weerstanden stuit; het werken op za terdag brengt immers geld in het laatje. In de tweede plaats kan het in dienst nemen van meer personeel ter voorkoming van het verrichten van werkzaamheden in het weekend aanleiding zijn tot een aanzienlij ke verlaging van een efficiënte bedrijfsvoering. Overigens zal ik dit probleem aan het bedrijf voorleggen en kan het worden behandeld in de raadsafdeling voor het vervoerbedrijf. De vraag van de heer Mensen over het kostendekkend tarief is op de toekomst gericht. Hij heeft volkomen gelijk als hij stelt dat wij momenteel in een situatie verkeren waarin wij het vuil op een vrij een voudige wijze kwijt kunnen raken. Die situatie kan nog enige tijd wor den gehandhaafd, maar alleen al in verband met de regionale aanpak van de vuilverwerking is het denkbaar dat wij naar andere mogelijkheden moe ten omzien, zelfs al zou voor Breda zelf een goedkopere oplossing kunnen worden gehanteerd. Hoe dan ons standpunt zal zijn met betrekking tot het kostendekkend tarief hangt natuurlijk in hoge mate samen met de totale lasten, en ik zou daarop dan ook nu liever niet vooruit willen lopen. Een discussienota over dit onderwerp lijkt mij op dit moment niet zo gewenst, omdat het probleem nu nog niet aan de orde is. Op het ogen blik dat dit wel het geval is - dat zal over enkele jaren zijn -zal de hele pro blematiek in de desbetreffende adviescommissie worden besproken. De brandweer is inderdaad niet op volle sterkte; de heer Jansen heeft hierover gesproken en hij zou daarover graag wat meer informatie willen hebben. Ik kan hem het volgende zeggen. Een aantal jaren geleden is met betrekking tot de brandweer een plan opgezet om het korps op sterkte te brengen en dat is niet in zijn volle omvang gerealiseerd. Dit had te maken met het budget, maar ook in hoge mate met het feit dat de brandweer een "beschikbaarheids nuttigheid" heeft, terwijl moeilijk is te bepalen wat nu precies de nood zakelijke capaciteit is. Een andere moeilijkheid is dat de reserve-capa citeit van de brandweer wordt gevonden in het overig personeel van het vervoerbedrijf, met name van dat in de werkplaats. Als daar het besfand inkrimpt, en daarvan is sprake, wordt de totale capaciteit van de brand-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1301