1308 23 NOVEMBER 1972 het antwoord op mijn opmerking. De VOORZITTER: Wenst nog iemand een opmerking te maken? Eventueel een reeds gemaakte? Ik bemerk dat de opmerking van de heer Van Duijl bij wethouder Van Dun niet is overgekomen. De heer VAN DUUL: Ik begrijp het niet goed. Naar ik meen heb ik een duidelijke opmerking gemaakt, Krijg ik daar geen antwoord op? De VOORZITTER: Misschien wilt u die dan even herhalen. Wethouder VAN DUN: Ik meen dat de heer Van Duyl heeft ge sproken over de overwerkvergoedingen en daar weet ik bar weinig en de heer De Raaff alles van. De heer VAN DUIJL: Het gaat er mij niet om wie antwoord geeft, als ik maar een antwoord krijg.' De VOORZITTER: Daar hebt u gelijk in, dat is volstrekt juist.' Mijnheer De Raaff, wilt u de overwerkvergoeding even in uw beantwoording meenemen? Wethouder DE RAAFF: Dat is een beetje moeilijk, want ik be moei mij niet met de overwerkvergoeding van de dienst openbare wer ken. Er zijn regelingen in het ambtenarenreglement. De heer VAN DUUL: Ik vind deze hele discussie prachtig, maar ik zou wèl een antwoord willen hebben op mijn vraag. Het college moet onderling maar uitzoeken wie dat antwoord moet geven. De VOORZITTER: Wij zullen het er eens over hebben. Zo lang zamerhand is het hele college aan het woord geweest; een antwoord hebt u nog niet gehad, maar wij hebben in elk geval smakelijk kunnen lachen en dat is ook wat waard. Hierna wordt de discussie gesloten. 5g. BEPLANTINGEN. De heer VAN DUUL: De Haagse Beemden zijn dezer dagen her haaldelijk onderwerp van bespreking geweest en onze fractievoorzitter heeft daarover in haar algemene beschouwingen al verschillende vragen gesteld. Ik wil hieraan nog graag een overweging toevoegen die van groot belang is voor de toekomstige ontwikkeling van de Haagse Beem den en voor het leefmilieu. Hoewel sommigen in de raad er een vraag teken bij plaatsen, ga ik er van uit dat Breda in de Haagse Beemden gaat bouwen. In het leefmilieu zal de groenvoorziening een belangrijke plaats moeten innemen. Steeds meer komen wij tot de ontdekking dat de groenvoorziening in vele gevallen pas aan de beurt komt als de andere voorzieningen hun beslag hebben gekregen. In praktisch alle steden van ons land bieden nieuwe woonwijken dan ook de eerste tien jaar na hun voltooiing een troosteloze aanblik; men heeft de groenvoorziening als een sluitpost en als een afronding van het gerealiseerde bouwplan ge zien. Ik behoef u slechts Breda-Noord in herinnering te brengen; daar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1308