1311
23 NOVEMBER 1972
op een veel grotere schaal dan de wethouder op het ogenblik doet.
De heer SANDBERG: Op een vraag van de wethouder wil ik wel
antwoorden. Onze fractie zal na ampele overwegingen gaarne akkoord
gaan wanneer de wethouder met een voorstel komt om de Haagse Beem
den vol te bouwen met bomen.' Natuurlijk zou onze fractie er wel moei
te mee hebben wanneer zij ten aanzien van de Haagse Beemden het
bos in wordt gestuurd.
Wethouder VAN DUN: De opmerking van de heer Sandberg wordt voor
kennisgeving aangenomen.
De opmerking van de heer Quadekker over de bloembakken in en
rondom het stadhuis zal ook worden doorgegeven aan de dienst beplan
tingen.
Mevrouw Van Nes en de heren Van Duij] en Spanjer zitten duidelijk
op dezelfde toer. Het antwoord dat bij een vorige gelegenheid is gegeven,
was geïnspireerd door deskundigen en ik kan er op dit moment dan ook
verder niets over zeggen. Overigens heb ik de heer Van Duijl niet ge
zegd dat het niet kan omdat het te duur is, doch dat het mij een vrij
kostbare zaak lijkt. Als hun opmerkingen in die zin kunnen worden
verstaan dat zij ter verdere bestudering zullen worden doorgegeven aan
de dienst beplantingen, geloof ik dat ik aan het verzoek uit de raad heb
voldaan.
Hierna wordt de discussie gesloten.
5h. GRONDBEDRIJF A.
De heer VAN CAULIL: Het grondbedrijf geeft wel aanleiding tot
enig graafwerk en dat heb ik in de loop der tijd dan ook nogal eens ge
daan, vooral de laatste tijd. In het begin dacht ik dat ik het wist, maar
na 15 jaar ben ik tot de ontdekking gekomen dat ik er niets van weet.
Ik schrik wanneer ik de bedragen zie van de tekorten. Zelfs een raads
lid dat al wat jaren meeloopt, verzucht wel eens, net als een huisvrouw:
"Ik kan niet begrijpen waar mijn centen eigenlijk blijven". Het lijkt
mij hoog tijd dat eens terdege te gaan onderzoeken. De grondprijzen
worden dermate hoog dat ik mij ernstig ongerust maak; ik vraag mij
dikwijls af waarom men wel ergens anders en niet hier bouwt. Daar
dit een uitermate moeilijk probleem is waarvoor een oplossing niet
zonder meer kan worden gegeven, zou ik u willen vragen of u bereid
bent een informatief stuk te produceren, waarmee u er ons van kunt
overtuigen dat de nu gevolgde werkwijze de juiste is. Het is echter
ook mogelijk dat u tot de ontdekking komt dat een andere opzet van
dit bedrijf juister zou zijn. Nogmaals, ik behoef niet direct een ant
woord; ik kan zelfs akkoord gaan met hetgeen u ons voorlegt, maar
vooral nu wij voor 1973 mogelijk weer met nieuwe grondprijzen zul
len worden geconfronteerd, wil ik u met nadruk vragen deze hele ma
terie met ons eens te willen omspitten.
De heer VAN MERKOM: De vraag die ik gesteld heb en die is
ondergebracht onder nr. 125 heeft dezelfde teneur. Die vraag was:
welke mogelijkheden heeft u om de grondprijzen in de toekomst te
drukken? Ik heb daarop een uitgebreid antwoord gekregen, maar ik
heb niet kunnen vernemen hoe u dit denkt te realiseren. Derhalve wil
ik mij aansluiten bij de woorden van de heer Van Caulil en u vragen