129 17 FEBRUARI 1972 erkennen dat dit inderdaad het geval is, maar aan de andere kant moet men daarbij ook in aanmerking nemen dat dit is gebeurd in een urgente situatie bij N. A.C. een situatie ook waarin het college bezig was zich te beraden over de begroting voor 1972. De VOORZITTER: Ik stel de raad voor te handelen als vermeld in het preadvies. Heeft de heer Van Banning daar bezwaar tegen? De heer VAN BANNING: Ik ben een beetje verwonderd over uw voorstel,, mijnheer de voorzitter. De VOORZITTER: Ik heb geen ander.' De heer VAN BANNING: Ik wil in dat verband graag een verkla ring afleggen. Het college wil het gevoelen van de raad overbrengen door een brief te schrijven conform de inhoud van het stuk. Het zal u wel duidelijk zijn wat het gevoelen van de raad is en ik zou u dan ook willen vragen het gevoelen van de raad, het werkelijk gevoelen zoals dat vanavond is gemanifesteerd, over te brengen aan de bewo ners van de Irenestraat die bezwaren hebben geuit. De heer VAN OVERVELDT: Ik wil mij graag aansluiten bij de woorden van de heer Van Banning. De heer AMERICA: Ook ik wil mij daarbij aansluiten. De heer KROON: Het gevoelen van de raad is mijns inziens wel duidelijk gebleken. Ik geloof dan ook dat er aan het voorstel zoals het nu in het stuk staat wel een alinea toegevoegd zou moeten worden om aan te geven wat het gevoelen van de raad is. De VOORZITTER: Het komt mij voor dat het nog niet zo simpel zal zijn met een enkele zin duidelijk te maken wat het gevoelen van de raad is, daar heeft de discussie tenminste lang genoeg voor geduurd. Ik zou echter een tussenvoorstel willen doen. Iets van het gevoelen van het college en van de raad staat in het onderhavige voorstel onder bijlage nr. 62. Dit doet mij denken aan vorige situaties, waarbij wij notulen inleverden en als u er prijs op mocht stellen dat passages uit de notulen of de integrale tekst daarvan aan de brief worden toegevoegd bestaat daartoe vanzelfsprekend de gelegenheid. Als daarmee het gevoe len van de raad voldoende tot uitdrukking wordt gebracht - wat ik eer lijk gezegd wel verwacht - willen wij op die manier de bewoners van de Irenestraat wel een allerprettigst leesuurtje en een rustige avond be zorgen. Aldus wordt besloten. 17.VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN AANVULLEND KREDIET AD 21. 000, - TEN BEHOEVE VAN DE UITBREIDING VAN HET RESTAURANT EN DE VERNIEUWING VAN DE BUITENKASSA VAN HET GEMEENTELIJK SPORTCENTRUM. De heer VAN OS: Ik heb wat verbaasd tegen dit voorstel aange keken, want het toegestane krediet is met bijna 50overschreden. Als je dan de motivering leest waarom dit het geval is, lijkt het een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 129