1331
23 NOVEMBER 1972
Ik heb eveneens nota genomen van de mededelingen van de
wethouder met betrekking tot het recreatieschap Galderse Meren.
Ik spreek de wens uit dat het college de vinger aan de pols zal
houden.
Ten slotte zeg ik u gaarne dank voor uw antwoord op vraag
317. De vraag luiade: "Welke recreatieve voorzieningen staan nog
op stapel?" In uw antwoord verwijst u naar het investeringsplan
1973-1977, onder andere naar de bladzijden 29 t/m 31. Vanzelf
sprekend heb ik de moeite genomen deze bladzijden even op te
slaan. Op bladzijde 30 wordt onder andere gesproken over een los-
ruimte en een koeltunnel voor varkens. Het begrip "recreatie" is er
voor mij in ieder geval niet duidelijker op geworden!
De heer KRAMER: Toen ik in eerste instantie sprak over het
bad in Breda-noord, ben ik een belangrijke vraag vergeten. Het
terrein aan de Hooilaan komt namelijk vrij. Ik hoop dat de wet
houder van jeugd, sport en recreatie dit in zijn portefeuille zal
weten te houden, want die speelzalen moeten er toch ook komen.
Hierover wil ik graag iets vernemen.
Er is vanavond al uitgebreid gesproken over prioriteitenlijsten
en urgentielijsten. Ik ben voorstander van een flexibel beleid.
Men moet in staat zijn bepaalde dingen slagvaardig te wijzigen.
Naar mijn gevoel zijn er nu echter nog twee lijsten bijgekomen,
namelijk een rendabele en een onrendabele. Ik vind dat niet erg
duidelijk, vandaar dat ik u verzoek ons in de eerstvolgende afde
lingsvergadering eens een inzicht te geven in de voortgang van
een en ander; ik hoop althans dat er voortgang in zit.
Over de overdekte ijsbaan is in vriendelijke woorden gespro
ken. Toch vrees ik dat zij onder het ijs zal schieten. Ik neb alleen
maar gevraagd of de ijsbaan er nog is in de plannen. Ik heb niét
gezegd dat ik om die ijsbaan zit te springen; ik heb mij er wél
over verbaasd dat een lid van D'66 de democratie geweld wil aan
doen door de ijsbaan af te voeren.
De heer VAN OS: Zo lang er geen gymnastieklokalen zijn voor
schoolgaande kinderen, heb ik geen behoefte aan een overdekte
ijsbaan!
De heer KRAMER: Er is een besluit genomen over die ijsbaan.
Men kan proberen dat besluit gewijzigd te krijgen, maar men kan
niét zeggen: het hoeft niet meer!
De wethouder was niet erg opwekkend in zijn antwoord met
betrekking tot het aantrekken van een functionaris op recreatief
gebied. Ik betreur dat. Het inzicht van de wethouder kan ik niet
delen. Hij heeft mij niet kunnen vertellen waarom het zo lang
duurt voordat wij de gevraagde gegevens ter beschikking krijgen.
Ik acht het van belang dat alle punten die met recreatie te maken
hebben eens grondig aangesneden worden.
Met betrekking tot de tariefverhoging voor Sprint heeft de wet
houder mij een beetje opstandig genoemd.
De heer MANS: Dat hebt u zelf gezegd!
De heer KRAMER: Ik wil niet opstandig blijven. Na de uiteen
zetting van de wethouder kan ik mij akkoord verklaren met deze