1333 23 NOVEMBER 1972 De heer MANS: Ik bedoel niét de eisen die gesteld zouden kun nen worden aan een bad dat nu gebouwd zou worden, maar de eisen die normaal gesteld worden aan de kwaliteit van water en aan het toezicht. De Sportstichting heeft zich akkoord verklaard met de tariefverhoging voor het Ei. De kostenstijgingen zijn er; dat valt niet te ontkennen. Sedert 1965 is alleen in 1971 een lichte tarief verhoging doorgevoerd. Als wij nu niets doen, komen wij straks met een enorm gat te zitten. Ik zou de raad wel eens willen horen, als er dan een tariefverhoging wordt voorgesteld die niet te overbruggen is! Over de ijsbaan heeft zich een discussie ontwikkeld tussen de heer van Os en de heer Kramer. Ik moet de heer Kramer gelijk geven, dat er een besluit is genomen door de raad, die een ijs baan gewenst heeft. Als er goedkeuring komt van de kant van gedeputeerde staten, kan de ijsbaan gerealiseerd worden. Zij staat echter niét op de urgentielijst die ik heb genoemd en waarop bijv. wél het complex aan de Dr. Schaepmanlaan en de school-instructie- baden voorkomen. Na het paard van de heer Sandberg heb ik nu door de heer Brooimans ook nog varkens in mijn maag gesplitst gekregen. Ik weet er eerlijk gezegd geen raad mee. Het moét fout zijn, die geruststelling kan ik hem wel geven. De heer Kramer heeft geprobeerd mij het terrein aan de Hooi- laan aan te praten. Het lijkt erop alsof hij zo'n beetje een wig wil drijven in het college door erop aan te dringen dat ik dit onderwerp in mijn portefeuille houd. De heer KRAMER: Daar had ik nog niet aan gedacht! De heer MANS: Zo lang er geen zekerheid is over de mogelijk heid van realisering aan de van Petegemstraat, wordt het terrein aan de Hooilaan niet voor iets anders bestemd. Op het moment dat daarover in het college gediscussieerd zal worden, zal ik mij de woorden van de heer Kramer zeker herinneren. De prioriteitenlijsten vindt de heer Kramer niet doorzichtig. Ik wil er in de raadsafdeling voor jeugd en sport graag nog eens op ingaan. Misschien kunnen wij er de wethouder van financiën voor uitnodigen, die de zaak wellicht beter kan uitleggen dan ik. Wat er ook gezegd wordt over de recreatie, het uitblijven van de recreatienota mag niet de indruk wekken dat er totaal niets ge beurt. Er is een grondige aanpak van deze zaken nodig, maar ik vind het te eenvoudig ait alleen maar te koppelen aan een recreatie- functionaris. De opmerkingen van de heer Kramer over N. A.C. hebben mij wat droevig gestemd. Ik ben ervan overtuigd dat de discussie over N.A.C. binnen een maand in deze raad zal kunnen plaatsvinden. Wij zullen elkaar dan nog wel ontmoeten. Eén ding moet ik ten aanzien van N. A. C. nog recht trekken. Ik heb in eerste instantie gesproken over een jaarlijkse subsidiëring. Het besluit van het col lege houdt echter in een voorlopige subsidiëring voor één jaar. Het zal duidelijk zijn dat hierbij de bijdragen van regio en be drijfsleven een rol spelen. Op het moment dat daarover zekerheid bestaat, zal er opnieuw een beslissing vallen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1333