131
17 FEBRUARI 1972
of de gemeente of de architect dat niet eerder had moeten ontdekken,
daar moet ik dan volmondig "ja" op zeggen. Wij moeten erkennen
dat het vrij slordig is geweest.
Tenslotte de suggestie van de heer Van Banning om de tekeningen
van alle gemeentelijke gebouwen te bewaren. Voorzover mij bekend
zijn die tekeningen aanwezig, maar ik wil hier graag op terugkomen
nadat ik eerst geïnformeerd heb of dit inderdaad het geval is.
De heer VAN DUUL: Ik vind aanleiding een opmerking te maken
over het antwoord van de wethouder. Dat hij erkent dat het wat slordig
is gebeurd, zoals de wethouder beaamd, is geen vraag meer, dat kun
nen wij constateren. Ik zou echter willen dat aan de dienst van openbare
werken duidelijk de opdracht wordt gegeven dat men, als er onvoorziene
omstandigheden voorkomen bij bouwwerken, niet de raad zo laat infor
meert, maar dat men die direct rapporteert en ook de raad daarvan in
kennis stelt.
Wethouder VAN DUN: Ik meen dat ik - maar misschien is dat
een misverstand tussen de heer Van Duijl en mij - bij de kwalificatie
van hoe ik het zelf vind ook die opmerking heb betrokken. De heer
Van Duijl heeft in beginsel gelijk, maar ik ben blij dat hij wel een
uitzondering maakt voor die zaken die hoogst urgent zijn en dat wij
niet de gedragslijn krijgen dat wij voor elke kredietoverschrijding on
middellijk naar de raad moeten. Die kunnen ook later blijken en ook
kunnen er op een bepaald moment zaken aan de orde zijn die daarvoor
gewoon te urgent zijn. Het principe is echter duidelijk.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
18. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET TREFFEN VAN
ENKELE VOORZIENINGEN IN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.