24 NOVEMBER 1972 1366 1. de begroting van de politie; 2. het voorstel van burgemeester en wethouders tot verhoging van de parkeergelden. De heer GIELEN: Ik wil bij dit hoofdstuk graag enkele opmerkin gen maken. Wij hebben met belangstelling kennis genomen van uw nota over de openbare orde. Wij vinden het een goed stuk dat de knel - punten duidelijk aangeeft» De punten organisatie, reorganisatie en spe cialisatie zijn landelijk aan de orde; er is van beweging sprake. In Bre da is dit eveneens het geval. Het is ons bekend dat de regionalisatie de volle aandacht van het college heeft en dat er ook aan wordt ge werkt. Ongetwijfeld zullen wij in de naaste toekomst nog volop de gelegenheid krijgen om over deze zaken van gedachten te wisselen. Tenslotte verzoek ik het college namens onze fractie onze waardering over te brengen aan het politiecorps en wel voor datgene wat het onder vaak moeilijke omstandigheden voor de veiligheid van de Bredase be volking heeft gedaan. Ik wil nog even een andere opmerking maken. De heer Van Banning heeft tijdens begrotingsbehandelingen al meer opmerkingen gemaakt ten aan zien van de reddingsgordels en de reddingsstokken, die op of nabij on ze bruggen zijn aangebracht. Het komt meerdere malen voor dat de kasten worden opengebroken en de stokken in het water worden gesmeten. Ik wil vanaf deze plaats iedere Bredanaar verzoeken eraan mee te werken dat dit materiaal in goede staat blijft. Ik wil er met name de jongeren op attenderen dat het in hun eigen belang is dat de reddingsmiddelen voor onmiddellijk gebruik gereed blijven. Vervolgens nog enige opmerkingen over onze voetgangers en fietsers. In onze huidige tijd zullen zowel automobilisten, brommers, fietsers en voetgangers moeten leren zich aan elkaar aan te passen. Wat de automo bilisten en brommers betreft is er op de Bredase en Nederlandse wegen wel controle waar te nemen. Helaas moeten wij constateren dat onze voetgangers en fietsers gewoon hun gang gaan; de normale spelregels worden constant met voeten getreden. Gaarne verneem ik van het college welke maatregelen het ten aanzien van de voetgangers en fietsers reeds heeft getroffen of nog zal treffen. Het gebeurt maar al te regelmatig dat deze verkeersdeelnemers onge lukken veroorzaken. Als laatste punt wil ik hier de verkeerssituatie aansnijden. Reeds vele malen heb ik schriftelijk vragen gesteld met betrekking tot de verkeers lichten, die op verschillende kruispunten in onze stad zijn opgesteld. Ik meen te mogen stellen dat naarmate men de verkeerslichten langer heeft laten branden het aantal ongelukken kleiner is geworden. Helaas heeft het college het niet nodig geacht om op meer dan vier kruispun ten de verkeerslichten langer te laten werken. Wij hebben helaas weer moeten constateren dat er op het kruispunt Nieuwe Kadijk-Doornboslaan een ongeluk heeft plaatsgevonden, waarbij drie doden te betreuren waren. Ik kom weer met dezelfde vraag: zou dit ongeluk ook hebben plaatsge vonden als op het moment van het ongeval de verkeersinstallatie in wer king zou zijn geweest? Ik wil het college nogmaals verzoeken een nader onderzoek in te stellen; op bovengenoemd kruispunt zijn reeds meerdere doden gevallen. Gaarne wil ik van het college vernemen welke onkosten wij moeten maken als wij de verkeerslichten op de meest markante en gevaarlijke kruispunten gedurende de gehele nacht willen laten branden. Wij moeten het er mijns inziens toch allemaal over eens zijn dat wij als wij het aantal verkeersongelukken willen beperken alles zullen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1366