1367 2,4 NOVEMBER 1972 moeten doen wat in ons vermogen ligt om dat te bereiken. Het men selijk leed als gevolg van verkeersongevallen is onvoorstelbaar. Mijns inziens dient de gehele raad zich in deze zaak verantwoordelijk te voelen. In Rotterdam blijven op vele kruispunten de verkeerslichten dag en nacht branden. Ik doe een dringend beroep op het college om de verkeerslichten-affaire in Breda nader te onderzoeken. De heer CRUL: Zoals bekend heeft de P. A. K„ -fractie al gedurende een aantal jaren aangedrongen op de samenstelling en presentatie van een nota over de openbare orde. Wij zijn dan ook gelukkig met de door het college gepresenteerde nota, die op dit terrein een eerste aanzet te zien geeft. In de aanbiedingsbrief wordt gesteld dat de nota voor uitbreiding vatbaai is; wij onderschrijven dat. Wij menen dat het hand haven van de openbare orde een zaak is die de verantwoordelijkheid van alle burgers raakt; de politie neemt bij het handhaven van de open bare orde echter vanzelfsprekend een bi jzondere positie in. Vanuit de eerste opstelling van de nota zal het mogelijk zijn bepaalde beleids zaken en andere aspecten van de openbare orde aan het college ter beoordeling mee te geven. Wij achten dat een goede ontwikkeling. Bovendien wordt door het publiceren van de nota de kwestie van de openbare orde toch wel gehaald uit de beslotenheid waarin zij zich tot nu toe vaak heeft bevonden. Volgens het college is dit initiatief enig in Nederland en wij juichen het toe als het als gevolg van een en ander mogelijk wordt dat de raad invloed uitoefent op het beleid ten aanzien van de openbare orde, terwijl bovendien de medeverant woordelijkheid van de burgerij voor de openbare orde wordt vergroot. Nog even iets in het kort over de omschrijving van het begrip openbare orde, waarna ik nog een enkele opmerking wil maken over de paragraaf die betrekking heeft op de politie. Het is zeer moeilijk gebleken om een goede omschrijving te geven van het begrip openbare orde. Toch geloven wij dat het college erin ge slaagd is om het begrip goed over te brengen. Uit de omschrijving blijkt duidelijk dat men het begrip openbare orde niet ziet als een starre zaak, maar dat men van mening is dat dit begrip aan wijzigingen onderhevig is. Wij zijn het daarmee eens; steeds zal men attent moeten zijn op de veranderingen die zich voordoen, teneinde eventuele ontspo ringen of wrijfpunten op welk terrein dan ook te voorkomen. Over de politie in het kort nog het volgende: het instituut wijkagent is naar onze mening een goede zaak. Het politieapparaat wordt tussen de burgers geplaatst en maakt daardoor een meer aanvaard gegeven van onze maatschappij uit. Op grond van die constatering lijkt het ons zin nig om over een eventuele uitbreiding van dat instituut na te denken. De situatie in de binnenstad, met name op de Havermarkt, vraagt de voortdurende aandacht van de politie. Zoals uit de informatie blijkt heeft die extra aandacht een gunstig effect. Wij vragen ons af of de inrichting van een politiepost ter plaatse wellicht een nog grotere pre ventieve werking zou kunnen hebben en moeilijkheden zou kunnen voorkomen. Het is ons niet bekend of het college het plan heeft de nota nog op een andere wijze aan de raad aan te bieden. Mocht dit inderdaad het geval zijn dan zouden wij er graag nog wat nader op in willen gaan. De heer SANDBERG; Op grond van de recente instelling van de adviescommissie openbare orde en de presentatie van de nota over de openbare orde is duidelijk geworden dat het college er in ieder geval

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1367