1368 24 NOVEMBER 1972 van uitgaat dat deze zaak meer ter discussie kan worden gesteld en dat het college er voor openstaat om adviezen en meningen vanuit de raad op het beleid te laten inwerken. Wij achten dat een goede zaak en wij hebben er dan ook alle waardering voor. Ik wil graag nog even terugkomen op de twee stellingen in onze algemene beschouwingen die op de politie betrekking hebben. Wij stellen nl. gewoon vast dat het gemeentelijk politiecorps wel aan zijn organieke sterkte is; toch constateren wij dat aan de politie steeds meer taken worden toebedeeld, dat de criminali teit in haar algemeenheid toeneemt en dat het preventieve toezicht b.v. ten aanzien van de Havermarkt en het Valkenberg steeds meer lasten legt op de schouders van de politie. Bovendien nodigen de steeds groter en breder wordende invalswegen die naar ons centrum leiden uit om honderd kilometer of meer te rijden, hetgeen ook bijzonder veel toezicht van de politie vereist. Wat moeten wij nu doen als wij het erover eens zijn dat de sterkte van het politiecorps, niet gemeten aan de normen die vanuit Den Haag worden gesteld, maar aan de taak die aan de politie is toebedeeld, eigenlijk niet voldoende is? Het toezicht in het voetgangersdomein is bepaald te gering, getuige de brommers die er doorheen scheuren. Recentelijk heeft de raad van Bergen op Zoom op dit terrein een actie ondernomen en ik vraag mij af of het toch niet verstandig zou zijn om vanuit Breda eenzelfde druk op Den Haag te gaan uitoefenen, teneinde te bereiken dat de normen worden opgetrok ken. Ik wil graag van het college vernemen of het staat achter de actie van Bergen op Zoom en wat het vanuit Breda denkt te kunnen gaan doen. Mocht het college tot uiting brengen dat het met een eventueel door de raad ingediende motie graag naar Den Haag zou gaan, dan zullen wij bepaald niet schromen om die motie in te dienen. Wij willen nogmaals onze dank uitspreken aan het adres van het gemeen telijk politiecorps, met name met betrekking tot zijn optreden op de Havermarkt. Het optreden van de politie is in het verleden meermalen ter discussie gesteld; Damrellen e. d. hebben het optreden van de poli tie vaak in een negatief licht gesteld, In Breda heeft de politie het respect van velen verworven, zonder hiervoor van het schietijzer en de knuppel gebruik behoeven te maken. Ik wil nog een enkele opmerking maken over verkeer en vervoer, met name over het paard en de tractor van wethouder Mans. Wethouder Mans heeft de zaak prompt verwezen naar wethouder Van Dun en daarom kom ik er nog even op terug. Ten aanzien van het functioneren van de raads- afdeling voor verkeer en vervoer bestaat eigenlijk een opmerkelijke dis crepantie tussen de opvattingen van wethouder Van Dun en wethouder Mans. Wethouder Van Dun stelt: er zijn geen preadviezen, dus de af deling behoeft niet bijeengeroepen te worden. Op de agenda van de openbare afdelingsvergadering waren ten aanzien van de begrotingsbe handeling twee punten opgenomen: de parkeermetertarieven en de garantie- bijdrage ten behoeve van de B. B. A. In de week waarin in Breda het taxi conflict uitbrak kreeg de raadsafdeling voor verkeer en vervoer een brief je met de mededeling dat het niet nodig was om in die maand nog bij een te komen, omdat er geen enkel discussiepunt was. Wethouder Mans daarentegen stelt dat de verwijten die ik heb gemaakt ten onrechte zijn gemaakt. Volgens hem wordt de raad wel ingeschakeld, omdat hij alles doorpraat met de raadsafdeling. Nu zit ik daar midden tussenin. Enerzijds zou ik ten aanzien van wethouder Mans graag zien dat er meer zaken in de raad zelf worden besproken; anderzijds zou ik het op prijs stellen als wethouder Van Dun meer zaken in de raads afdeling aan de orde zou stellen. Neem nu b.v. eens de kwestie van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1368