1373
24 NOVEMBER 1972
bijzonder betreurenswaardige ongevallen die zich in onze stad
hebben voorgedaan en de tijdsduur met betrekking tot de in wer
king zijnde verkeerslichten. Ik meen met name dat hij dat pro
beert te argumenteren o,m, aan de hand van het recente ongeluk,
waarbij drie doden zijn gevallen. Ik vind het bijzonder gevaarlijk
om dat op die manier te stellen en ik wil er toch niet al teveel
over zeggen. Misschien mag ik nog wel even het standpunt van de
politie en de A.N, W,B. overbrengen. Er bestaat ten aanzien van
deze kwestie grote twijfel, Men kan niet aantonen dat er minder
ongelukken gebeuren als de verkeerslichten de gehele nacht in wer
king blijven. De heer Gielen weet evengoed als u en ik dat juist
het laten branden van verkeerslichten gedurende de nacht onge
lukken kan veroorzaken. De heer Gielen heeft er merkwaardig
genoeg de Rotterdamse situatie bijgehaald, maar ook aan de hand
van die situatie kan hij niet aantonen dat het daar om die reden
beter of slechter gaat. Ik geloof dat een dergelijke discussie nooit
haar einde zal vinden. Op stille, grote kruispunten, waar 's nachts
voor verschillende rijrichtingen tegelijkertijd een rood en een groen
licht branden, kan het juist tot geweldige incidenten komen als
men zich niet aan het rode licht houdt. Overigens moeten wij na
tuurlijk wel in het oog houden dat als in onze stad de rood-groen
signalering niet in werking is dan wel het gele knipperlicht brandt.
De A. N, W, B. huldigt het standpunt dat men de verkeerslichten
's nachts zo weinig mogelijk moet laten branden. Men tracht de
verkeersveiligheid van verkeersknooppunten 's nachts op andere
wijze op te vangen, met name door het plaatsen van verlichte
waarschuwingsborden, Ten aanzien van de noordelijke rondweg
is deze maatregel ook getroffen. De heer Gielen heeft in deze
discussie de kwestie van de kosten voor het laten branden van de
verkeerslichten gebracht. Ik vind dat bijzonder irrelevant; ik geloof
dat de kostenfactor nooit als argument mag worden gebruikt. Bo
vendien kan ik de heer Gielen niet exact beantwoorden; ik weet
niet wat het kost, maar ik zou een en ander niet als argument
willen hanteren. Het is overigens wel een zaak die zowel door de
politie als door het college op de voet gevolgd wordt, niet alleen
aan de hand van de literatuur, maar ook van de praktische con
stateringen in de Bredase situatie en in de situatie die zich elders
voordoet. Bovendien is er contact tussen de diverse verkeersdiensten
in den lande,
De heer Sandberg heeft inzake het hoofdstuk verkeer en vervoer
een viertal zaken aan de orde gesteld. Hij constateert een discre
pantie tussen de opvattingen van de heer Mans en mij, Misschien
durft hij dat te doen nu de heer Mans er niet is; de heer Mans
zou ongetwijfeld reageren, De heer Sandberg komt eigenlijk terug
op zijn stelling dat er in de raadsafdeling voor verkeer en vervoer
te weinig aan de orde wordt gesteld. Ik geloof dat gewoon te moeten
bevestigen. Wij hebben indertijd wellicht wat formeel gesteld dat
een raadsafdeling in de tot nu toe bestaande stijlvoering de raad
over de preadviezen adviseert. Wij hebben vaak genoeg daarover
gepraat. De heer Sandberg moet van mij aannemen dat ik mét
hem blij ben dat wij als gevolg van de te verwachten wijziging
van het reglement van orde komen tot adviescommissies, waarin
het wel mogelijk zal zijn om behalve exacte raadsvoorstellen ook
andere zaken aan de orde te stellen, Het is bekend dat die dis
cussie zeker wel in de afdeling heeft plaatsgevonden; het is ook