24 NOVEMBER 1972
1374
bekend dat die discussie met name in die afdeling heeft plaats
gevonden, omdat enerzijds de kwestie verkeer en vervoer een
geweldige problematiek inhoudt -- uitgangspunt van de motie
die indertijd is ingediend --en omdat deze kwestie anderzijds
vaak zo'n specialistische zaak is, dat wij zo graag de mogelijk
heid wilden hebben ons in de afdeling en straks in de commissie
te doen vergezellen van deskundige buitenstaanders. Ik ben het dus
wel eens met de constatering van de heer Sandberg en ik ben blij
dat wij het op een andere manier kunnen gaan doen.
De heer Sandberg is verder teruggekomen op de kwestie van de
parkeergarages en heeft gevraagd naar de toegezegde parkeernota.
Mijns inziens is de heer Sandberg ervan op de hoogte dat wij
wachten op het vervolgdeel van het verkeers- en vervoersonderzoek.
Het eerste deel is reeds ter beschikking gesteld; dit deel zal in de
discussie over de binnenstad-situatie worden betrokken. Het tweede
deel zal aan het parkeren gewijd zijn. Uiteraard komt dan ook
de kwestie van de parkeergarages aan de orde. Natuurlijk gaat
het niet alleen om de vraag of er parkeergarages gebouwd moeten
worden; het zal een ieder duidelijk zijn dat het er ook om gaat
waar zij gebouwd moeten worden.
De heer Sanberg heeft geïnformeerd naar contacten. Zoals
bekend hebben wij contact met een aantal instanties inzake de
parkeergarage, annex bibliotheek in de Mr. Dr. Frederikstraat.
Ik kan de raad wel mededelen dat, hoewel hierover nog geen
zekerheid bestaat, het programma van eisen van de bibliotheek
--ik treed nu een beetje op als vervanger van de heer Mans --
in geld vertaald in de eerstkomende jaren voor de raad onover
komelijk lijkt te zijn. Naar mijn mening zullen wij de mogelijk
heid moeten onderzoeken om het project nieuwbouw bibliotheek
los te koppelen van de geplande parkeergarage; wij zouden een
andersoortige bebouwing kunnen overwegen. De gesprekken hier
over moeten nog plaatsvinden. De raad is misschien nog niet
bekend met een ander contact dat wij hebben. Hiervoor kan wor
den verwezen naar de Groningse situatie. Daar is men in samenwerking
met een zeer vooraanstaande benzinemaatschappij gekomen tot een
overeenkomst ten aanzien van het bouwen van parkeergarages,
waarbij o. a. als "deal" het uitgeven van benzinepompen aan de orde
is. Voorshands vindt het college deze koppeling van zaken wat moei
lijk liggen; aan de andere kant zou men kunnen zeggen dat het
voorbeeld van Groningen wellicht navolging verdient.
De heer Sandberg heeft ook nog een vraag gesteld over de
richtingsborden. Ik kom nu wel een beetje in moeilijkheden; ik
geloof dat ik er nu achter ben waarom er in de afdeling verkeer
en vervoer zo weinig gediscussieerd wordt. Ik geloof nl. dat dat
komt omdat de leden van de afdeling al antwoord op hun vragen
krijgen voordat zij die stellen. Het zal de heer Sandberg niet
onbekend zijn -- hij is nl. via de afdeling hierover geïnformeerd --
dat wij de bedoeling hebben de raad in januari a. s. een voorstel
aan te bieden, dat inschiet op de vraag die de heer Sandberg
een jaar geleden heeft gesteld inzake de bewegwijzering. Er
ligt nl. een sober, maar zeer functioneel voorstel klaar om de stad
a 58. 000, -- Van bewegwijzering te voorzien. Ik moet hieraan
wel toevoegen dat wij in het college nog moeten proberen een
en ander in de gehele situatie in te passen; onder dit voorbehoud
noem ik de maand januari 1973. Het voorstel is echter klaar, het