1377
24 NOVEMBER 1972
zwangerschap en abortus. Op bladzijde 221 staat onder het hoofd
Mededeling: "De geneesheer-directeur van de gemeentelijke genees
kundige- en gezondheidsdienst van Breda heeft bij de provinciale
raad van de geestelijke volksgezondheid in Noord-Brabant in februari
dringend voorgesteld om een spoedberaad te houden tussen de directeur
en ae staven van de Noordbrabantse ziekenhuizen, teneinde te bevor
deren dat onderbreking van ongewenste zwangerschappen in normale
ziekenhuizen in de provincie plaatsvindt. Wat is het resultaat ge
weest van dit spoedberaad?
Wethouder DE FAAFF: Ik kan op die vraag met één woord ant
woorden: nihil'
Mevrouw PAULUSSEN: Dan wil ik toch graag in één van de
komende afdelingsvergaderingen uitvoerig op deze zaak terug
komen.
De discussie over hoofdstuk IV (agendapunt 6 c) wordt ver
volgens gesloten.
6 d. Hoofdstuk V; volkshuisvesting.
Hierbij komt tevens aan de orde het voorstel van burgemeester
en wethouders tot verhoging van de leges bouwvergunningen.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik wil graag iets opmerken naar
aanleiding van vraag 271 betreffende de kamernood. Het is al weer
enige tijd geleden dat het kraken van woningen nogal in de belang
stelling stond, zowel van het college als van sommige raadsleden.
Van het kraakfront is de laatste tijd niet veel nieuws meer in de
openbaarheid gekomen. Niettemin is het duidelijk dat er een wo-
ningproblematiek en soms een kamerproblematiek bestaat en dat
men door middel van het kraken een uitweg zoekt. In de afgelopen
zomer hebben de afdelingen voor maatschappelijk werk en voor
jeugd en sport een bezoek aan het J.A.C. gebracht. Toen bleek
dat de belangrijkste problematiek, waarmee men aan de balie van
het J.A.C. te maken heeft, de huisvestingsproblematiek is. Bijzon
dere groepen wenden zich tot het J.A.C. voor huisvesting, b. v.
mensen die financieel moeilijk zitten, pasgetrouwde mensen of
mensen die willen gaan trouwen, werkende jongeren, weggelopen
minderjarigen, mensen tegen wie een vooroordeel bestaat of gast
arbeiders die alleen willen gaan wonen. Bij de medewerkers van
het J. A. C. leeft de gedachte een oplossing te zoeken voor die
problematiek. Hun gedachten gaan uit naar de oprichting van een
onafhankelijke stichting, die het beheer over een aantal panden
zou voeren. Zij richten zich daarbij op het ogenblik naar een voor
beeld uit Utrecht, waar al een stichting bijzondere aanvullende
huisvesting is opgericht. Die stichting heeft het beheer over nog
af te breken gemeentelijke panden in de buurt van het station,
in de wijk Hoog-Catharijne.
Ik meen dat het ook in Breda mogelijk moet zijn om panden
die in de toekomst in verband met sanering en reconstructie moeten
verdwijnen inplaats van ze te laten vervallen nog tijdelijk te laten
bewonen. Uit het antwoord op vraag 271 blijkt eigenlijk dat het
college van mening is dat dat niet mogelijk is, omdat die panden
dan toch op korte termijn moeten verdwijnen. In de praktijk blijkt