24 NOVEMBER 1972
1382
schien gemakkelijker is, parallel aan de Ulvenhoutselaan een op
lossing kan worden gevonden.
Onze fractie is tegen de inflatie, ook tegen de motie-inflatie,
maar wij achten deze zaak toch wel van een zodanig belang dat wij
een motie willen indienen. Deze motie is o.a. mede ondertekend
door de heer van Loon, de heer Gielen, mevrouw van Nes en de
heer Taks. Misschien wilt u de motie voorlezen, voorzitter, want
als ik de motie voorlees gaat dat van onze spreektijd af.
De VOORZITTER: Ik zal de motie laten copiëren, dat lijkt mij
het beste. Dan kan een ieder er kennis van nemen.
De motie, ingediend door de heer Dees, luidt als volgt:
De Raad van de Gemeente Breda in vergadering bijeen op
vrijdag 24 november 1972,
kennis genomen hebbende van
het wegenschema~Tan de provincie Noord Brabant;
verschillende rapportages en discussies over de voorgenomen trace
ring van de weg Breda - Baarle Nassau;
overwegende
dat de provincie Noord Brabant in haar wegenschema de aan
leg van pen nieuwe verbindingsweg Breda - Baarle Nassau een
vrij hoge, urgentie heeft gegeven, terwijl de verbinding Notsel-
Breda (de zogenaamde "omleiding Ulvenhout") reeds in 1974
gerealiseerd zou moeten worden;
dat alleen voor de keuze van het zuidelijk gedeelte van het
tracé een inspraakprocedure is ontworpen;
dat tegen de voorgenomen tracering van het noordelijk gedeelte
talrijke bezwaren van verkeerstechnische- en milieuhygiënische
aard zijn aan te voeren;
spreekt als zijn mening uit
dat er vooralsnog geen behoefte bestaat aan een derde zuidelijke
invalsweg voor Breda op een wijze zoals onder meer is omschre
ven in een voorstel van het College aan de Raad van Breda
d. d. 17 juli 1970;
dat een definitief standpunt over de verkeersgeleiding tussen
Breda en Ulvenhout pas kan worden ingenomen nadat de keu
ze voor het zuidelijk gedeelte van het tracé is gemaakt, waar
bij ook een inspraakprocedure over het noordelijk deel heeft
plaatsgevonden;
dat op korte termijn dient te worden onderzocht op welke
wijze door de aanleg van fietspaden de verkeersveiligheid
langs de Ulvenhoutselaan kan worden verbeterd;
verzoekt het College
7ïïr"standpünt "mede ter kennis te brengen van en te bepleiten
bij de bevoegde provinciale en regionale instanties.
De heer VAN LOON: In aansluiting aan het betoog van de heer
Dees wil ik het navolgende opmerken. De heer Dees probeert een
doorgaande verkeersstroom door Breda tegen te houden en zoals
u zult hebben begrepen uit het feit dat ik de motie mede heb onder