135 17 FEBRUARI 1972 afdeling en de raad terdege spreken over de methodiek van de grond prijsbepaling. De heer AMERICA: Mag ik even interrumperen? Wanneer is ooit vastgesteld wat de bestemming is van deze pot? Dat is nooit officieel het geval geweest. Ik heb daar al eens eerder om gevraagd, en toen werd mij gezegd dat ik daar antwoord op zou krijgen. Nu wordt er echter gewoon weer die bestemming aan gegeven en daarom geloof ik dat wij er nu zeker over moeten discussiëren. Wethouder VAN DUN: Ik heb in deze vergadering nog met geen woord gesproken over de bestemming van het fonds grote werken. Ik heb alleen gezegd dat er nog maar een klein aantal gronden in de grondpool zit en dat wij, wanneer wij nu praten over prijsvaststelling, moeten bedenken dat dit nog maar een betrekkelijk geringe hoeveel heid grond betreft. Daarmee onderschrijf ik de opmerking van de heer van Merkom dat wij, wanneer wij nieuwe gronden gaan exploiteren, naar een methodiek zullen moeten groeien waarin wij onszelf terug vinden. Dit is niet het enige antwoord aan de heren America en van Os, ik geloof dat er nog een andere zaak is. Zoals bekend wordt het col lege geadviseerd door een aantal ambtenaren van onze eigen dienst en een aantal accountants van de Vereniging van Nederlandse Ge meenten over de methodiek van de grondprijs. Ook de kwestie van die gulden waarover de heer van Os heeft gesproken is daarbij aan de orde en ik moet zeggen dat men daarin niet positief kan adviseren en wel omdat wij het niet bij het rijk voor elkaar krijgen die grondprijs te declareren met inbegrip van die gulden of twee kwartjes voor ge meenschapsvoorzieningen, ook al vervullen die een zeer belangrijke functie. Het heeft dus niet alleen geen effect voor het restant van de grondpool, het is ook niet mogelijk terug te koppelen en te zeggen dat wij in de grondprijzen een bepaald bedrag reserveren voor ge meenschapsvoorzieningen. Met name in de woningwetsector wordt dit door het rijk niet geaccepteerd. Wanneer men toch zou spreken over de grootte van het bedrag, bijvoorbeeld op grond van de ervaringscijfers over de laatste zeven jaar -- dan heeft de heer America een indicatie over welk bedrag het gaat --, en er zou van dit bedrag 0,50 per m2 gereserveerd zijn in een apart fonds, zou dit bijna 500. 000,-- groot zijn. Dat is inderdaad een aardig bedrag, maar toch niet groot genoeg om alle verlangens te vervullen die men denkt te vervullen. Nogmaals, het gaat om te weinig grond en het rijk geeft geen toestemming .in de woningwetsector. De heer Spanjer heeft gevraagd of het fonds grote werken terug komt in het saldo van 7.388. 000,--. Dat zit er niet in, het fonds grote werken is een apart fonds dat apart is gereserveerd en dat men in de leningsdienst dan ook belegd ziet in de staat van de reserves. Het heeft hier dus geen betrekking op. Tenslotte de heer van Caulil, die bang is dat hij met een schep net uit het water zal worden gevist. Ik geloof dat de heer van.Caulil rustig kan blijven zwemmen, maar ik zit met een moeilijkheid. De heer van Caulil heeft namelijk in sneltreinvaart drie vragen gefor muleerd, waarvan ik er maar een heb kunnen noteren. Ik hoop dan ook dat hij het mij niet kwalijk neemt als ik hem vraag de andere twee vragen in tweede instantie nog eens te stellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 135